Geavanceerde functies

Zie pagina 24 voor de locatie van de knoppen.

Doorzoekbare stilstaande beelden op audio-dvd selecteren

De meeste audio-dvd’s bevatten doorzoekbare stilstaande beelden (B.S.P., Browsable Still Pictures), die meestal automatisch na elkaar verschijnen op basis van de afspeelvolgorde. U kunt handmatig naar een ander beeld gaan (de pagina omslaan) als de huidige groep/track selecteerbare beelden (pagina’s) heeft.

7Tijdens het afspelen of als u de aanduiding B.S.P. in het afleesvenster ziet

Via de knop PAGE:

Druk net zolang op PAGE totdat u het gewenste stilstaande beeld hebt geselecteerd.

Via de schermbalk:

1 Druk tweemaal op ON SCREEN.

De schermbalk verschijnt op de televisie.

2 Druk op cursor 3/2 om te selecteren.

3 Druk op ENTER.

4 Druk op cursor 5/Y om het gewenste stilstaande beeld te selecteren.

5 Druk op ENTER.

6 Druk op ON SCREEN.

De schermbalk verdwijnt.

Inzoomen

7Tijdens afspelen of

nadat u op Pauze hebt gedrukt

1 Druk op ZOOM.

Telkens als u op ZOOM drukt, wordt het beeld vergroot.

2 Druk op cursor 3/2/Y/5 als u na het inzoomen het ingezoomde gebied wilt veranderen.

Terugkeren naar normaal afspelen

Druk herhaaldelijk op ZOOM om ZOOM OFF te selecteren.

OPMERKING

Het aantal keren dat u kunt inzoomen is afhankelijk van het type disc.

Tijdens het afspelen van een diavoorstelling op een JPEG-disc, kunt u niet inzoomen. Druk in dat geval op 8 om de diavoorstelling te onderbreken en zoom dan in.

Tijdens het afspelen van audio-dvd’s is deze functie alleen beschikbaar voor het videogedeelte.

Tijdens het afspelen van MPEG4 kan het zijn dat cursor (3/2/Y/ 5) niet werkt in stap 2.

VFP-instelling wijzigen

Met de VFP-functie

(Video Fine Processor) kunt u de

beeldkwaliteit afstemmen op het type programmering, de beeldtoon of uw persoonlijke voorkeur.

7Tijdens het afspelen

1 Druk op VFP.

U ziet op de televisie de huidige VFP-instellingen.

Voorbeeld:

2 Druk herhaald op cursor 3/2 totdat u de gewenste VFP-modus ziet.

NORMAL:Meestal gebruikt u deze modus.

CINEMA: Geschikt voor films.

Selecteer “NORMAL” of “CINEMA” en druk op VFP om de instelling te voltooien.

• USER 1 en USER 2:

U kunt instellingen wijzigen die van invloed zijn op de beeldweergave.

Ga alleen verder met de volgende handeling als u in stap 2 “USER 1” of “USER 2” selecteert:

3 Druk herhaald op cursor Y/5 totdat u de instelling ziet die u wilt aanpassen.

Verander de waarden geleidelijk en controleer vervolgens of de beeldweergave naar wens is.

GAMMA:

Regelt de helderheid van neutrale tinten, zonder gevolgen voor de donkere of heldere gedeelten.

BRIGHTNESS:

Regelt de schermhelderheid.

CONTRAST:

Regelt het schermcontrast.

SATURATION:

Regelt de kleurdiepte van het scherm.

TINT:

Regelt de schermtint.

SHARPNESS:

Regelt de scherpte van het scherm.

31