— 58 —
Nederlands

Oplossen van problemen

?De telefoondempingfunctie werkt niet.15
De telefoondempingkabel is niet juist verbonden.
Sluit de kabels juist aan de hand van het gedeelte <Verbinden van
kabels met aansluitingen> aan.
?De telefoondempingfunctie wordt geaktiveerd maar de
telefoondempingkabel is niet aangesloten.16
De telefoondempingkabel raakt een metalen deel van de auto.
Zorg dat de telefoondempingkabel geen kontakt met een metalen
deel maakt.
?Geen geluidsweergave of zeer laag volume.20
De instellingen van de Fader of Balans zijn altijd naar één kant
ingesteld.21
Centreer de instellingen van de Fader en de Balans.
De in- en uitgangskabels of bedradingsbundel is/zijn niet juist
verbonden.22
Sluit de in- en uitgangskabels en/of bedradingsbundel opnieuw
juist aan. Zie het gedeelte <Verbinden van kabels met
aansluitingen>.
De cassette is van slechte kwaliteit.23
Probeer een andere cassette. De hiervoor geplaatste cassette is
slecht indien het probleem is opgelost.
?Slechte geluidskwaliteit of vervormd geluid.25
Een luidsprekerkabel wordt mogelijk afgekneld door een schroef in de
auto.
Kontroleer de bedrading van de luidsprekers.
De cassettekop is vuil.26
Reinig de weergavekop van de cassettespeler.
De luidsprekers zijn niet juist aangesloten.27
Sluit de luidsprekerkabels opnieuw juist aan zodat iedere
uitgangsaansluiting met een andere luidspreker is verbonden.
?De pieptoon van de aanraaksensor wordt niet weergegeven.34
De voor-uitgangaansluiting wordt gebruikt.
De pieptoon van de aanraaksensor kan niet via de voorversterker-
uitgang gaansluiting worden weergegeven.
?De klok kan niet worden ingesteld hoewel de kloksynchronisatie is
ingeschakeld.35
De RDS-zender waarop is afgestemd, verzendt geen tijdsignaal.
Stem af op een andere RDS-zender.

Vele problemen worden slechts veroorzaakt door een

verkeerde bediening of verkeerde verbindingen.

Kontroleer voordat u uw handelaar raadpleegt eerst de

volgende lijst voor een mogelijke oplossing van uw

probleem.

Algemeen

?Spanning wordt niet ingeschakeld.01
De zekering is doorgebrand.
Nadat u de kabels op kortsluiting heeft gekontroleerd moet u de
zekering door een van hetzelfde type vervangen.
Autokontakt heeft geen ACC stand.02
Verbind dezelfde kabel met het kontakt als de accukabel.
?Als u Standby hebt geselecteerd, wordt het toestel automatisch
uitgeschakeld.03
De Uitschakeltimerfunctie is geactiveerd.
Schakel de Uitschakeltimerfunctie uit als u niet wilt dat het toestel
automatisch wordt uitgeschakeld.
?Er gebeurt niets na het drukken op toetsen.04
De computerchip in het toestel functioneert niet normaal.
Druk op de resettoets van het toestel (blz. 34).
?Er is een geluidsbron waarnaar u niet kunt overschakelen.05
Er is geen cassette geplaatst.
Plaats de geluidsdrager waarnaar u wilt luisteren. Wanneer er in
dit toestel geen geluidsdrager is geplaatst, kunt u niet
overschakelen naar elke geluidsbron.
De diskwisselaar is niet aangesloten.08
Sluit de diskwisselaar aan. Wanneer de diskwisselaar niet op de
ingangsaansluitingen is aangesloten, kunt u niet naar een externe
disk-speler overschakelen.
?Het geheugen wordt gewist wanneer het kontakt wordt
uitgeschakeld.10
De accukabel is niet met de juiste aansluiting verbonden.
Sluit de kabels juist aan de hand van het gedeelte <Verbinden van
kabels met aansluitingen> aan.
De kabel van het kontakt en de accu zijn niet juist verbonden.11
Sluit de kabels juist aan de hand van het gedeelte <Verbinden van
kabels met aansluitingen> aan.
KRC-394_Dutch 02.9.24 11:05 AM Page 58