Schakel de schaaf altijd eerst in voordat u hem op het werkstuk zet. De grondplaat moet bij het werken vlak op het werkstuk rusten.
Grijp nooit met uw vingers in de spaanderuitworp . Gebruik eventueel een houten stokje om verstoppingen uit de spaanderuitworp te verwijderen..
INGEBRUIKNAME
| De elektrische schaaf is uitgerust met INTELLIGENT POWER CONTROL. Deze elektronische besturing |
| meet en regelt de bedrijfstoestanden van uw schaaf; |
Bedrijfstoestand | Kenmerk |
Inschakelen: | Dankzij de elektronische |
| snelheid. Op deze wijze worden sterke inschakelstromen vermeden en het aanspreken van de |
| contactverbreker (bouw, huishouden) voorkomen. |
Vrijloop: | Na het inschakelen zorgt de elektronische |
| voorgeselecteerde standaardwaarde. Vervolgens houdt de |
| constant. |
OPGELET: Trek altijd de steker uit de contactdoos vóórdat u met werkzaamheden aan de schaaf begint.
Let op de netspanning. De spanning van de stroomverzorging moet overeenstemmen met de spanning die op het typeplaatje vermeld staat. Apparaten waarvoor 230 Volt staat aangegeven, mogen ook op 220 Volt worden aangesloten.
AAN- EN UITSCHAKELAAR
Om veiligheidstechnische redenen kan de
SCHAAFDIEPTE INSTELLEN
De schaafdiepte (rabatdiepte) kan worden ingesteld op een waarde van 0 - 3,5 mm. Daartoe draait u de leigreep en stelt de pijl in op de gewenste markering resp. waarde.
SPAANDERUITWORP EN -AFZUIGING
U kunt de spaanderuitworp eenvoudig op links of rechts instellen, door de afsluitkap om te zetten.
29