Close: Er worden normaalgesproken twee tonen

 

dichtbij de melodie toegevoegd, om drie stem-

 

men te creëren (soms worden er drie tonen toe-

 

gevoegd om vier stemmen te creëren).

 

Open1: Er worden twee tonen onder de melodie

 

toegevoegd om drie stemmen te creëren (soms

 

worden er drie tonen toegevoegd om vier stem-

 

men te creëren).

 

Open2: Er worden twee tonen over de melodie

 

toegevoegd om drie stemmen te creëren (soms

 

worden er drie tonen toegevoegd om vier stem-

 

men te creëren).

 

Octave: Er worden twee tonen toegevoegd, een

 

octaaf boven en een octaaf onder de melodie.

 

Power Ens.: Er worden tonen een vierde boven

 

en een octaaf onder de melodie toegevoegd, om

 

drie stemmen te creëren.

 

Fourths: Er worden tonen een vierde boven en

 

een zevende mineur onder de melodie toege-

 

voegd, om drie stemmen te creëren.

 

Block: Er worden drie tonen onder de melodie

 

toegevoegd, en nog een octaaf daaronder, om vijf

 

stemmen te creëren.

 

Brass Ens.: Er worden drie tonen onder de melo-

 

die toegevoegd, om vier stemmen te creëren.

 

Reed Ens.: Er wordt een drie-delig akkoord met

 

een andere inversie dan die was toegevoegd

 

door “Block”, en nog een octaaf onder de melo-

 

die, om vijf stemmen te creëren.

2

Selecteer het type ensemble

Druk op één van de knoppen om het

gewenste type ensemble te kiezen. Er wordt, afhankelijk van het type ensemble dat u kiest, steeds een andere balans toe- gevoegd.

Het uitzetten van de Ensemble functie

Druk nogmaals op de [ENSEMBLE] knop.

Het veranderen van de variatie

Elke ritmestijl geeft u de mogelijkheid om uit vier verschillende types variatie te kiezen.

1

Selecteer de “Variation” cel, ter-

wijl de automatische begeleiding

speelt.

Druk op de “Variation” cel en gebruik de draaiknop of de [VALUE] knoppen om de variatie aan te geven. De begeleiding zal op de volgende beat of maat op de gese- lecteerde variatieoverschakelen.

Variation cel

Als u “After Fill” kiest van de “ Accompani- ment” pagina, zal het afspelen automatisch overschakelen op de gespecificeerde variatie nadat een fill is toegevoegd. Dit geeft u de mogelijkheid om variatie te geven aan de manier waarop uw song zich ontwikkelt.

De inhoud van de variaties, intro’s, en eindes zal veranderen afhankelijk van de ritmestijl.

Het toevoegen van een intro

U kunt een intro toevoegen aan het begin van de automatische begeleiding. Nadat het intro is gespeeld, zal de variatie beginnen.

Elke ritmestijl heeft twee intro’s en twee eindes.

Als u de [INTRO/ENDING 1] knop indrukt, zal een intro of einde met akkoord progressie wor- den gespeeld.

Als u de [INTRO/ENDING 2] knop indrukt, zal een eenvoudig intro of einde zonder akkoord progressie worden gespeeld.

1

Druk op de [INTRO/ENDING 1]

 

knop of de [INTRO/ENDING 2]

Automatische begeleiding

 

knop

 

 

2

Druk op de [START/STOP] knop

 

Het intro van de automatische begelei-

 

 

ding zal beginnen met spelen. Als het

 

 

intro afgelopen is, zal de begeleiding

 

 

overschakelen op de variatie die u op het

 

 

beginscherm had uitgekozen.

 

 

Het indicatielampje van de [INTRO/

 

 

ENDING 1,2] knop zal oplichten terwijl u

 

 

aan het spelen bent, en uitgaan als de

 

 

variatie begint te spelen.

 

Het intro herhalen

Als u dezelfde [INTRO/ENDING] knop indrukt wanneer het intro bezig is met spelen, zal dat intro steeds herhaald wor- den. Het herhaalde afspelen wordt stop- gezet als u de andere [INTRO/ENDING] knop indrukt of de [FILL 1,2] knop of als u de “Variation” cel opnieuw selecteert.

Het intro annuleren

Voordat u begint met de automatische begeleiding kunt u een [FILL 1,2] knop indrukken om het intro te annuleren. Na het starten met de automatische begelei- ding, kunt u de [START/STOP] knop indrukken om het afspelen te stoppen en de intro selectie te annuleren.

Als het intro eenmaal begonnen is, kan het niet worden stopgezet door een [FILL 1,2] knop in te drukken.

Het is ook mogelijk om één van de fills te selecteren om ze te laten gebruiken in een intro.

43

Page 43
Image 43
Korg Sp-500 manual Het veranderen van de variatie, Het toevoegen van een intro