Deze unieke magnetenset heeft alles wat u nodig heeft om met Venn-diagrammen te sorteren en te groeperen. De set bestaat uit zowel magneten voor het maken van 25 cm grote Venn-diagrammen als uit 108 tegels in vier verschillende vormen, drie afmetingen en drie kleuren om mee te sorteren. De volgende oefeningen worden gesuggereerd om de magnetische sorteerringen te gaan gebruiken.
Groepeeroefening
Rangschik twee magnetische ringen zodat zij een Venn-diagram vormen. (Zie afbeelding A.) Geef de leerlingen de grote vierkanten en grote ringen van één kleur en de grote driehoeken en grote ringen van een andere kleur. Laat de leerlingen de vormen per kleur in twee hoofdcirkels groeperen. Vraag ze wat er in beide groepen gelijk is (beide groepen hebben ringen). Leg uit dat het centrum een verbinding van de twee groepen vormt, wat betekent dat er iets gelijk is voor beide groepen. Laat de leerlingen alle ringen naar het centrum verplaatsen. (Zie afbeelding B.) Herhaal de oefening terwijl u verschillende vormen gebruikt. Dit keer moeten de leerlingen zelf ontdekken wat in het centrum moet zijn.
Met drie mogelijkheden groeperen
De vormen groeperen met kleuren, vorm, en afmeting is een moeilijker concept voor de leerlingen. Rangschik het Venn-diagram met alle drie de ringen. (Zie afbeelding C.) Vraag de leerlingen waar zij denken dat de verbindingen tussen de drie ringen moeten zijn. Leg ze uit dat de bovenste twee ringen een verbinding vormen, de linker boven en beneden ring een verbinding vormen, de rechter boven en beneden ring een verbinding vormen, en tenslotte dat alle drie de ringen verbindingen vormen. Geef een demonstratie door de ringen op een magnetisch schrijf/wis bord te rangschikken. Markeer de verschillende verbindingsgebieden met gekleurde markeerstiften zodat de leerlingen visueel kunnen waarnemen waar de verbindingen zijn gevormd.
Kies vervolgens 15 leerlingen. Geef iedere leerling één van de volgende gekleurde vormen:
Eén rood exemplaar van een grote ring, kleine ring, groot vierkant, klein vierkant en een kleine ster
Eén blauw exemplaar van een grote ring, middelgrote ring, grote driehoek, kleine driehoek en een kleine ster
Eén geel exemplaar van een groot vierkant, klein vierkant, grote driehoek, middelgrote driehoek en een kleine ster
Laat de 15 leerlingen eerst per kleur groeperen door de vormen in de correcte gekleurde ring te plaatsen. Vraag aan de leerlingen, die geen vormen hebben, hoe zij de vormen verder kunnen groeperen. Laat ze om de beurt de stukjes in de verschillende gebieden van de centrumverbinding schuiven, totdat de groepering is ontstaan, en de centrumverbinding gevuld is met sterren. (Zie afbeelding D voor de antwoorden.) Herhaal de oefening met verschillende vormen.