90
ń
13. Groothoekdiffusor
Trek de groothoekdiffusor (Afb. 2) onder de hoofdreflector tot de aanslag
naar voren uit en laat hem los. De hoofdreflector gaat nu automatisch naar
de zoomstand van 20 mm. De groothoekdiffusor klapt automatisch naar
boven. Op het LC-display worden de afstandsaanduidingen en de zoom-
waarde gecorrigeerd.
Voor het weer inschuiven van de groothoekdiffusor (Afb. 2) deze 90°
naar beneden klappen en geheel inschuiven.
Bij het gebruik van het groothoekvoorzetvenster, alsmede bij het gebruiken
van al dan niet gekleurde voorzetfilters, Mecabounces enz. mogen geen
functies worden gebruikt die met een vooraf te ontsteken meetflits of met syn-
chronisatie op korte belichtingstijden (HSS) werken.
14. Flitsbelichting met de hand corrigeren
Een manuele belichtingscorrectie is alleen mogelijk met de SCA 3xx2
adapter.
In de A-mode iss een manuele belichtingscorrectie mogelijk met de
SCA 3xx of de SCA 3xx2 adapter.
De flitsbelichtingsautomatiek van de mecablitz en de meeste camera’s zijn
afgestemd op een reflectiegraad van 25 % (de gemiddelde reflectiegraad
van flitsonderwerpen) Een donkere achtergrond die veel licht absorbeert of
een lichte achtergrond die veel licht reflecteert (bijv. tegenlichtopnamen) kun-
nen tot over-, c.q. onderbelichting van het onderwerp leiden.
Om bovengenoemd effect te compenseren, kan de flitsbelichting met de hand
via een correctiefactor worden aangepast aan de opnamesituatie. De hoogte
van de correctiewaarde hangt af n het contrast tussen onderwerp en achter-
grond! Op de mecablitz kunnen bij de TTL-flitsfunctie en de A-flitsfunctie cor-
rectiefactoren voor de flitsbelichting van -3 EV (stops) tot + 3 EV (stops) in
derden van een stop worden ingesteld. Veel camera’s hebben een instelele-
ment voor belichtingscorrecties dat ook in de TTL-flitsfunctie inzetbaar is.
Let hiervoor op de opgaven in de gebruiksaanwijzing van camera of
SCA–adapter.
Een belichtingscorrectie door het veranderen van de diafragmawaarde op
het objectief is hier niet mogelijk, daar de belichtingsautomatiek van de
camera de veranderde diafragmawaarde weer als normaal werkdiafragma
ziet.
Donker onderwerp voor lichte achtergrond: positieve correctiewaarde
(ong. 1 tot 2 stops EV)
Licht onderwerp voor donkere achtergrond: negatieve correctiewaar-
de (ong. -1 tot -2 stops EV)
Bij het instellen van een correctiewaarde kan de aanduiding voor de flitsreik-
wijdte in het LC-display veranderen en aan de correctiewaarde worden aan-
gepast (afhankelijk van type camera en SCA-adapter)!
Het met de hand instellen van een correctie op de flitsbelichting:
• De mecablitz werkt in de TTL-flitsfunctie of in de A-flitsfunctie.
• Draai het instelwiel (Afb. 1) tot het symbool „EV“ in het LC-display ver-
schijnt, Het pijlsymbool naast „EV“ toont, dat de stand voor het instellen
van een correctiewaarde voor de flitsbelichting is gekozen.
• Draai het instelwiel in de richting van de pijl. Het pijlsymbool naast „EV“
knippert.
• Stel door het instelwiel te draaien een geschikte correctiewaarde in. De
correctiewaarde wordt in het LC-display van de mecablitz aangegeven.
• Draai het instelwiel in de richting van de pijl om de correctiewaarde op te
slaan. Als u het instelwiel niet in de richting van de pijl drukt, wordt de in-
stelling na 5 s. automatisch opgeslagen. Het pijlsymbool naast „EV“ houdt
op te knipperen. De ingestelde correctiewaarde wordt in het LC-display
aangegeven.
Het uitschakelen van een correctiewaarde op de flitsbelichting:
• Draai het instelwiel (Afb. 1) tot het pijlsymbool zich in het LC-display
naast „EV“ bevindt.
• Het pijlsymbool naast „EV“ knippert.
704 47 0099.A3 54 MZ-4i 01.02.2007 13:41 Uhr Seite 90