92
ń
Zwenkbereiken en klikstanden van de reflector:
naar boven/beneden 60° 75° 90° / -7°
tegen de richting van de
wijzers van de klok in 30° 60° 90° 120° 150° 180°
met de wijzers van de klok mee 30° 60° 90°
Afmetingen in mm ong. ( B x H x D):
75 x 125 x 108
Gewicht:
Flitser met stroombronnen: ong. 480 gram
De levering omvat:
Flitser, Tas T54, standaard voet 301*, afdekplaat*, gebruiksaanwijzing,
SCA 300/3002 tabel.
* (niet bij set-apparaten)
17. Vaktermen
• Aanduiding van de belichtingscontrole in de zoeker van de camera
In de automatisch-flitsenfunctie of de TTL-flitsfunctie wordt de juiste belich-
ting of de onderbelichting van de film bij veel camera’s door een signaal in
de zoeker aangegeven.
• Automatische sturing van de flitssynchronisatietijd
Tegelijk met het paraat zijn van de flitser wordt bij de meeste systeemca-
mera’s de belichtingstijd vanuit de ingestelde functie automatisch naar de
flitssynchronisatietijd omgeschakeld. Bij sommige camera’s blijven langere
belichtingstijden behouden. Als de paraatheidsaanduiding na een flitsop-
name dooft, of als de flitser wordt uitgeschakeld, stelt de camera automa-
tisch weer de vorige belichtingstijd in.
• Ontsteeksturing
Is er voor het op het objectief al een diafragma met de aanwezige verlichting
reeds een belichtingstijd die gelijk aan, of korter is dan de flitssynchronisatie-
tijd, dan wordt bij de opname de flitser niet ontstoken. De opname wordt dan
gemaakt met het aanwezige licht, waardoor overbelichting wordt voorkomen.
• Naar keuze synchronisatie bij het open zijn of het dichtgaan van de sluiter
(zie Afb. 10 en 11)
hierbij worden twee mogelijkheden voor de flitssynchronisatie geboden:
- op het moment dat de sluiter net geheel openstaat of
- kort voor het moment dat de sluiter weer begint dicht te gaan.
Op de betreffende SCA-adapter wordt de gewenste synchronisatie geko-
zen. De synchronisatie bij het dichtgaan van de sluiter is vooral van belang
bij belichtingen met langere belichtingstijden en van bewegende objecten
met eigen lichtbron.
• Autofocus-meetflits
Zodra er voor automatische scherpstelling niet meer voldoende omgevings-
licht is, wordt door de elektronica van de camera de AF-meetflits geacti-
veerd. De autofocusschijnwerper projecteert daarbij een streeppatroon op
het onderwerp waarop de camera dan automatisch de afstand kan instel-
len. Bij gebruik van een SCA 3xx autofocusadapter wordt uitsluitend de in
de adapter ingebouwde autofocusmeetflits geactiveerd.
• Program-flitsautomatiek
Sommige camera’s mixen in de stand „Program“ flitslicht en omgevings-
licht. De camera stelt automatisch een combinatie van tijd en diafragma in
en stuurt de flits in de TTL-modus. Daarmee is zeer eenvoudige bediening
van de combinatie van apparaten mogelijk.
• TTL-invulflitssturing
Sommige systeemcamera’s bieden naast de TTL-flitssturing ook nog de mo-
gelijkheid van de TTL-invulflitssturing. Deze functie wordt speciaal voor
daglicht- en tegenlichtopnamen gebruikt om schaduwpartijen op te helde-
ren. De camera stuurt op basis van de meting van de sensor in de camera
zelf en de berekeningen daarbij, door de elektronica van de camera altijd
de juiste hoeveelheid flitslicht voor een uitgebalanceerde belichting. Daar-
bij wordt voor invulflitsopnamen automatisch door de camera een correctie
op de flitsbelichting uitgevoerd.
Onder voorbehoudvan wijzigingen en vergissingen!
704 47 0099.A3 54 MZ-4i 01.02.2007 13:41 Uhr Seite 92