Begrippenlijst

een hub configureren en zijn poorten bewaken en controleren.

Apparaat

Een logische of fysieke entiteit die een bepaalde functie uitvoert. De feitelijke entiteit die wordt beschreven hangt af van de context van de verwijzing. Op het laagste niveau kan een apparaat betrekking hebben op een enkele hardwarecomponent, zoals bijvoorbeeld een geheugenapparaat. Op een hoger niveau kan het betrekking hebben op een assortiment hardwarecomponenten die een bepaalde functie uitvoeren, zoals een Universele seriële bus-interfaceapparaat. Op een nog hoger niveau kan een apparaat verwijzen naar de functie die wordt uitgevoerd door de aan het Universele seriële bus aangesloten entiteit, zoals bijvoorbeeld een data-/fax-modemapparaat. Apparaten kunnen fysiek, elektrisch, addresseerbaar en logisch zijn.

Stroomafwaarts

De richting van de gegevensstroom vanuit de host. Een stroomafwaartse poort is de poort op een hub die qua elektriciteit het verst verwijderd zit van de host, die stroomafwaarts gegevensverkeer genereert vanuit de hub. Stroomafwaartse poorten ontvangen stroomopwaarts gegevensverkeer.

Stoomopwaarts

De richting van de gegevensstroom naar de host toe. Een stroomopwaartse poort is de poort op een apparaat die qua elektriciteit het dichtst bij de host zit, die stroomopwaarts gegevensverkeer genereert vanuit de hub. Stroomopwaartse poorten ontvangen stroomafwaarts gegevensverkeeer.

TERUG NAAR BOVEN

file:///G/cd manual/philips/07/170A8 0531-2007/170A8 0531-2007/lcd/manual/DUTCH/170A8/glossary/glossary.htm(第 10/11 页)2007-6-26 14:52:06

Page 107
Image 107
Philips 170A8 user manual Apparaat