STAP 5 Plaats de afvoerslang
De afvoerslang kan op drie manieren worden gepositioneerd:
| Over de rand van de gootsteen |
| De afvoerslang moet op een hoogte van 60 tot |
| 90 cm (*) van de vloer worden geplaatst. Gebruik |
| de meegeleverde plastic slanggeleider (A) om het |
A | uiteinde gebogen te houden. Bevestig de geleider |
| met een haak aan de wand om een stabiele afvoer |
| te verzekeren. |
| In de afvoerbuis van de gootsteen |
| De afvoerbuis moet hoger zijn dan de zwanenhals |
| van de gootsteen, zodat het uiteinde van de slang |
| zich minimaal 60 cm boven de grond bevindt. |
| In een afvoerbuis |
| De afvoerbuis dient 60 tot 90 cm hoog te zijn (*). |
| Het wordt aanbevolen om een verticale buis van |
| 65 cm hoog te gebruiken. Zorg dat de afvoerslang |
| onder een helling op de standpijp is aangesloten. |
| Vereisten voor de afvoerstandpijp: |
| • Minimale diameter 5 cm |
| • Minimale afvoercapaciteit van 60 liter per |
| minuut |
STAP 6 Inschakelen
Steek de stekker van de voedingskabel in een goedgekeurd stopcontact van
Nederlands 23
Installatie