NEDERLANDS
VOOR EEN VEILIGE EN EFFICI- ENTE WERKING
-Haal het apparaat niet uit elkaar.
-Stop geen naalden etc. in het ap- paraat.
-Laat het apparaat niet vallen en vermijd harde schokken. Dit kan schade veroorzaken.
-Als er water in het apparaat komt kan dit een electrische schok of storing tot gevolg hebben. Gebruik het toestel in een droge en stof- arme omgeving.
-Gebruik dit toestel niet in een om- geving met extreme temperaturen (lager dan 5°C of hoger dan 35°C), of waar het toestel aan direct zon- licht wordt blootgesteld.
-- Houd het apparaat uit de buurt van warmtebronnen en elektrische apparaten die statische storingen kunnen veroorzaken, zoals fluores- cerende lampen en motoren.
-Het apparaat mag niet worden blootgesteld aan druppels of spet- ters.
-- Installeer deze apparatuur niet in een afgesloten ruimte, zoals een boekenkast of een ingebouwde kast.
-Zet nooit een object met vloeistof erin op het apparaat, zoals bijvoor- beeld een vaas.
BEDIENINGSORGANEN (Afb. 1)
1.Telescopische antenne
2.
3.Aansluiting hoofdtelefoon ( EAR )
4.
5.Speaker
6.Batterijvak (achterzijde apparaat)
7.
8.
9.Afstemtoetsen (TUN.)
10.Hengsel
G E B R U I K M E T B AT T E R I J E N (Afb. 2)
1.Open het deksel van het batterij- vakje.
2.Leg 2
3.Breng het deksel weer aan.
LET OP:
BIJ HET INLEGGEN VAN BAT- TERIJEN
Om lekken van elektrolyt uit de bat- terijen te voorkomen, hetgeen kan leiden tot kwetsuur of schade aan het toestel of andere voorwerpen, gelieve de volgende voorzorgsmaatregelen in acht te
nemen:
1.Alle batterijen moeten met de juiste polariteit worden ingelegd (raadpleeg het schema op de achterkant van het toestel).
2.Gebruik geen nieuwe batterijen en oude of gebruikte batterijen door elkaar.
3.Gebruik uitsluitend batterijen van hetzelfde type en merk.
4.Verwijder de batterijen wanneer u ze lange tijd niet gaat gebrui- ken.
GEBRUIK RADIO
1.Om de radio aan te zetten, draait u de VOL./OFF regelaar omlaag totdat u een lichte klik hoort en de
2.Schuif de
(a)Afstemmen op een AM-zender
(Afb. 3)
Om de gewenste zender te selecte- ren draait u aan de TUN. regelaar. Alle AM radiozenders hebben ‘RICHTINGS’ kenmerken, het kan wenselijk zijn het apparaat te draaien totdat u de beste ontvangst heeft. Dit is vooral van toepassing op zwakke of afgelegen zenders.
(b)Afstemmen op een FM-zender
(Afb. 3)
Trek de telescopische antenne uit en plaats deze in de positie waarin u de beste
3.Om de radio uit te zetten, draait u de Power VOL./OFF regelaar naar boven totdat u een lichte klik hoort en de
AANSLUITING HOOFDTELEFOON Voor afgezonderd luisteren bevestigt u een oortelefoon (niet bijgeleverd) in de EAR. aansluiting. De interne speaker wordt automatisch uitgescha- keld wanneer een oortelefoon wordt aangesloten.
ONDERHOUD
HET OMHULSEL SCHOONMAKEN Gebruik een zacht doekje, bevochtig het met lauw water en wring het droog. Ben- zol of andere chemische schoonmaak middelen moeten niet gebruikt worden, deze kunnen de lak van het apparaat beschadigen.
Het is belangrijk dat er geen vocht in het apparaat komt.