Plaatsing van de antenne

Volg de onderstaande richtlijnen bij het plaatsen van antennes:

Antennes en ontvangers moeten van dezelfde frequentieband zijn.

Plaats antennes minstens 1,2 meter (4 voet) uit elkaar.

Plaats antennes zodanig dat er geen obstakels zijn tussen de antenne en de zender (inclusief het publiek).

Houd antennes uit de buurt van grote metalen voorwerpen.

Belangrijk: Voer altijd een "rondlooptest" uit om de dekking te controle- ren alvorens een draadloos systeem te gebruiken voor een toespraak of optreden. Experimenteer met de antenneplaatsing om de optimale positie te bepalen. Breng indien nodig een markering aan op "probleemplekken" en vraag sprekers of artiesten om die gebieden te vermijden.

Gain instellen

De gaininstellingen mogen alleen worden gebruikt om de berekende ka- belverliezen te compenseren. Aanvullende signaalversterking zorgt niet voor betere RF-prestaties. In feite vermindert overmatige gain het ont- vangstbereik en het aantal beschikbare kanalen. Dit komt doordat Shure- ontvangers hun beste prestaties leveren als de som van signaalgain en kabelverlies gelijk is aan 0 dB. Aanvullende gain versterkt gewoonweg alles in het RF-bereik, inclusief ruis en RF-omgevingsgeluid. Het kan niet selectief het signaal van de zender versterken.

Gebruik de laagste gaininstelling die vereist is om een goede ontvangst van het RF-signaal van de zender te waarborgen, zoals aangegeven door de RF-LED of -meter van de ontvanger.

Verhoog de gaininstelling alleen om het berekende kabelverlies te compenseren.

De gaininstelling -6 dB kan nuttig zijn voor toepassingen met kabellengtes van 7,5 m (25 voet) of minder en waarbij de afstand tussen de zender en de antenne kleiner is dan 30 m (100 voet).

Verminder de gain indien de LED RF Overload van de antenne brandt; het signaal is al zo sterk dat er geen gain nodig is.

Aanbevolen gaininstellingen

Gebruik de volgende tabel als richtlijn bij het instellen van de gain op basis van het type kabel wanneer de afstand tussen de antenne en de zender groter is dan 30 m (100 voet).

OPMERKING: Zet voor installaties waarbij de afstand tussen de antenne en de zender kleiner is dan 23 m (75 voet) de gaininstelling één stap lager.

Kabellengte

Gaininstelling (op basis van het kabeltype)

 

RG58*

RG8X

RG213/

RG8/

 

 

 

RG8

RG213

 

 

 

 

met lage

 

 

 

 

ver-

 

 

 

 

liezen**

3 m (10 voet)

0

0

0

0

8 m (25 voet)

+6*

0

0

0

15 m (50 voet)

*

+6

+6

0

30 m (100 voet)

*

+12

+6

+6

* RG58-kabel heeft een hoog signaalverlies en wordt niet aanbevo- len voor kabellengtes van meer dan 3 m (10 voet)

** RG8/RG213-kabels met lage verliezen zijn onder andere de Times Microwave Systems LMR400 en de Belden 9913 of 7810A

Kijk online voor meer informatie

Ga voor installatietips of meer informatie over draadloze accessoires naar http://www.shure.com/WirelessAccessoryWizard

25

Page 25
Image 25
Shure UA874 manual Plaatsing van de antenne, Gain instellen, Kijk online voor meer informatie, Aanbevolen gaininstellingen