
Plaatsing van de antenne
Volg de onderstaande richtlijnen bij het plaatsen van antennes:
•Antennes en ontvangers moeten van dezelfde frequentieband zijn.
•Plaats antennes minstens 1,2 meter (4 voet) uit elkaar.
•Plaats antennes zodanig dat er geen obstakels zijn tussen de antenne en de zender (inclusief het publiek).
•Houd antennes uit de buurt van grote metalen voorwerpen.
Belangrijk: Voer altijd een "rondlooptest" uit om de dekking te controle- ren alvorens een draadloos systeem te gebruiken voor een toespraak of optreden. Experimenteer met de antenneplaatsing om de optimale positie te bepalen. Breng indien nodig een markering aan op "probleemplekken" en vraag sprekers of artiesten om die gebieden te vermijden.
Gain instellen
De gaininstellingen mogen alleen worden gebruikt om de berekende ka- belverliezen te compenseren. Aanvullende signaalversterking zorgt niet voor betere
•Gebruik de laagste gaininstelling die vereist is om een goede ontvangst van het
•Verhoog de gaininstelling alleen om het berekende kabelverlies te compenseren.
•De gaininstelling
•Verminder de gain indien de LED RF Overload van de antenne brandt; het signaal is al zo sterk dat er geen gain nodig is.
Aanbevolen gaininstellingen
Gebruik de volgende tabel als richtlijn bij het instellen van de gain op basis van het type kabel wanneer de afstand tussen de antenne en de zender groter is dan 30 m (100 voet).
OPMERKING: Zet voor installaties waarbij de afstand tussen de antenne en de zender kleiner is dan 23 m (75 voet) de gaininstelling één stap lager.
Kabellengte | Gaininstelling (op basis van het kabeltype) | |||
| RG58* | RG8X | RG213/ | RG8/ |
|
|
| RG8 | RG213 |
|
|
|
| met lage |
|
|
|
| ver- |
|
|
|
| liezen** |
3 m (10 voet) | 0 | 0 | 0 | 0 |
8 m (25 voet) | +6* | 0 | 0 | 0 |
15 m (50 voet) | * | +6 | +6 | 0 |
30 m (100 voet) | * | +12 | +6 | +6 |
*
**
Kijk online voor meer informatie
Ga voor installatietips of meer informatie over draadloze accessoires naar http://www.shure.com/WirelessAccessoryWizard
25