1Schakel het draagbare audioapparaat uit.
2Verlaag het volume op het vaste apparaat.
3Sluit het draagbare audioapparaat aan.
AUX
AUX
Verbindingskabel*
(niet bijgeleverd)
*Gebruik een rechte stekker.
Het volume aanpassenPas het volume voor elk aangesloten audioapparaat aan voordat u het afspelen start.
1Verlaag het volume op het apparaat.
2Druk herhaaldelijk op (SOURCE) tot "AUX FRONT IN" wordt weergegeven.
3Start met het afspelen van het draagbare audioapparaat op een normaal volume.
4Stel uw gebruikelijke luistervolume in op het apparaat.
5Druk herhaaldelijk op de selectietoets tot "AUX" wordt weergegeven en draai de volumeknop om het ingangsniveau aan te passen (±6 dB).
1Druk herhaaldelijk op (SOURCE) tot "CD" of "MD" wordt weergegeven.
2Druk herhaaldelijk op (MODE) tot de gewenste wisselaar wordt weergegeven.
Apparaatnummer
Discnummer
Het afspelen wordt gestart.
Albums en discs overslaan1Druk tijdens het afspelen op (GP/ALBM)
Actie | Druk op (GP/ALBM) |
Album | en laat los (kort ingedrukt |
overslaan | houden). |
|
|
Album blijven | binnen 2 seconden nadat u deze |
overslaan | heeft losgelaten. |
|
|
Discs overslaan | herhaaldelijk. |
|
|
Discs blijven | en druk binnen 2 seconden |
overslaan | weer op de toets en houd deze |
| ingedrukt. |
|
|
Herhaaldelijk en willekeurig afspelen
1Druk tijdens het afspelen herhaaldelijk op
(3) (REP) of (4) (SHUF) tot de gewenste instelling wordt weergegeven.
Selecteer | Actie |
Een disc herhaaldelijk | |
| afspelen. |
|
|
SHUF- | Tracks in de wisselaar in |
CHGR*1 | willekeurige volgorde |
| afspelen. |
|
|
Tracks in alle apparaten in | |
| willekeurige volgorde |
| afspelen. |
|
|
*1 Als een of meer
*2 Als een of meer
Als u wilt terugkeren naar de normale weergavestand, selecteert u
Tip
13