75
Oproepen en BewarenOnder de geheugennummers 1 – 80 zijn bij de fabricage van de DG Series versterkers instellingen voorgeprogrammeerd door Yamaha. (Raadpleeg de “Patch
lijst” op pagina 83.)
Deze instellingen omvatten het versterker-type en de instellingen daarvoor (GAIN, MASTER, Toonregeling, Reverb, Tremolo, Chorus en Tape Echo) die u
wanneer gewenst kunt oproepen en gebruiken. De servo’s in de knoppen zullen deze automatisch in de juiste stand zetten. U kunt ook door uzelf gemaakte
instellingen opslaan onder een van de geheugennummers 1 – 128. Stel uw favoriete sound samen en sla deze vervolgens op.
DG100-212A/DG80-210A/DG80-112A/DG130HA
Het geheugennummer dat opgeroepen moet worden, getoond in de display,
stopt met knipperen en gaat branden.
Oproep uitvoeren
Selecteer het geheugennummer dat op-
geroepen moet worden.
Branden
Een MIDI voetpedaal of ander extern MIDI apparaat kangebruikt worden om geheugens te selecteren en op teroepen. Zie pagina 78 voor details.■Geheugen Oproepen (Recall)
Geluidsinstellingen opgeslagen in het geheugen kunnen gemakkelijk opge-
roepen worden door een geheugennummer te selecteren.
Als een geheugen wordt opgeroepen wijzigt de huidige instelling.
Sla instellingen in het geheugen op met de Store handeling,
omschreven aan de linkerkant van deze pagina.
1. Druk op de knop, hierop gaat de AMP of EFFECT mode display bran-
den.
2. Selecteer met de / knoppen het geheugennummer dat u wilt oproe-
pen. Het geheugennummer verschijnt in de display (knippert).
3. Druk op de knop. Het knipperende geheugennummer gaat branden.
De verschillende knoppen en de Amp Select Display wijzigt overeenkomstig
met de data in het geheugen dat wordt opgeroepen.
*
Instellingen wijzigen niet totdat de knop wordt ingedrukt.
*
TRIM en OUTPUT knop instellingen wijzigen de Recall werking niet.
*
Het duurt ongeveer 1 - 10 seconden voordat de stand van de knoppen zich
wijzigen, interne instellingen wijzigen echter direct.
*
“
EI
” verschijnt in de display als de volume knop niet naar zijn toegewezen
positie gaat, of het apparaat niet het oproep commando herkent nadat er 20
seconden verstreken zijn vanaf het begin van de oproephandeling. Voortdurend
gebruik van het apparaat in deze toestand kan resulteren in brand of een
electrische schok. Breng de versterker naar de dealer waar u deze gekocht
heeft, of naar het dichtstbijzijnde Yamaha Service Center voor reparatie.
Het Opslaan Uitvoeren
Het memory nummer om bewaard te worden.
Knippert m 8.8. m Brandt
Brandt Selecteer het geheugen nummer.
Data opgeslagen in geheugen (1 – 128) kunnen wordenbewaard in een extern MIDI opslagmedium. Zie pagina 77voor details.HINT Enige hints over het opslaan van
geheugennummers:
Als u data opslaat in geheugennummers kunt u het beste de
geheugennummers 1 – 128 in verschillende groepen verdelen.
Het oproepen van geheugennummers in groepen is veel handiger.
Bijvoorbeeld:
•Creëer groepen volgens het gebruikte versterker type (LEAD1,
DRIVE 1, enz.).
•Creëer groepen gebaseerd op geluidstypes (Distortion, Clean, enz.)
•Creëer groepen gebaseerd op de volgorde van songs op de bühne.
•Creëer groepen gebaseerd op de gebruikte gitaar soort (humbucker
enz.).
Het is ook een goed idee om een lijst te maken van de geluiden die
opgeslagen zijn in de geheugennummers.
■Store (opslaan) Instellingen
1. Gebruik de procedure op pagina 74 en creëer een geluid met de acht preset
versterker typen en bedieningsknoppen op het frontpaneel.
*
Utility Mode instellingen kunnen niet worden opgeslagen in het individuele
geheugen. Als het apparaat wordt uitgezet dan worden alle geheugen
instellingen bewaard in het geheugen als algemene instellingen. Als het
apparaat wordt aangezet dan worden deze instellingen opgeroepen.
2. Druk op de knop, waarop de AMP of EFFECT mode display lamp gaat
branden.
3. Selecteer met de / knoppen een geheugennummer waarin de instel-
lingen moeten worden bewaard. Het geheugennummer knippert in de display.
*
Druk op en houd de beide / knoppen ingedrukt om snel door de
geheugennummers te wandelen.
*
De derde digit van het geheugennummer (100 - 128) wordt afgebeeld in de
vorm van een dot tussen de twee digits.
Bijvoorbeeld 128 wordt afgebeeld als
→
4. Druk op de knop en hou deze ongeveer één seconden ingedrukt totdat
“8.8” in de display verschijnt.
Laat de knop los, het knipperende geheugennummer gaat branden om aan te
geven dat de instelling in het geheugen zijn bewaard.
*
TRIM en OUTPUT instellingen kunnen niet bewaard worden in het geheu-
gen. Stel met de MASTER knop achtergrond en soloniveaus in.
Initialiseren van het geheugen
Houd de en toetsen tegelijkertijd ingedrukt en
zet de Aan/uit schakelaar aan (ON) om alle instellingen in het
geheugen weer terug te zetten op de fabrieksinstellingen.
Wanneer u het geheugen initialiseert, zullen de gegevens onder de
geheugennummers 1 – 80 worden overschreven door de gegevens
uit de Patch lijst (→ pzgina 83) en zullen de gegevens onder de
geheugennummers 81 – 128 eveneens worden teruggezet op hun
fabrieksinstelling. Gegevens die u had opgeslagen in het geheugen
zak worden gewist en daarom raden we u ten sterkste aan
belangrijke gegevens op te slaan in een extern MIDI apparaat, of
de instellingen te noteren voordat u deze handeling gaat uitvoeren.