Werken met de camera
Opnamen maken
1.Camera inschakelen.
2.Beeldgrootte (1280/640) en kwaliteit (normaal/hoog) instellen.
3.Opname in de beeldzoeker samenstellen.
4.Controle of het groene gereed-signaal brandt (camera opnameklaar).
5.Ontspanner licht indrukken.
Altijd op schone toestand van het objectief letten. Alleen zo zijn foutloze opnamen mogelijk.
Beelden verwijderen
1.Afzonderlijk beeld verwijderen: in het modus-menu de func- tie "afzonderlijk beeld verwijderen" selecteren en de menu- knop bedienen. Met de knop rechts/links vervolgens JA/NEE selecteren, ervan afhankelijk of het beeld moet worden ver- wijderd of de functie weer moet worden verlaten. In de TV- modus kunnen de beelden op de televisie worden bekeken. Hiervoor de camera met de bijgeleverde videokabel aan de televisie aansluiten. Voor het verwijderen van het laatste beeld op de menuknop drukken. Met de knop rechts/links vervolgens JA/NEE selecteren, ervan afhankelijk of de func- tie weer moet worden verlaten, of om te verlaten op de knop ontspanner drukken.
2.Alle beelden verwijderen: In de menu-modus de functie "alle verwijderen" selecteren en de menuknop bedienen. Met de knop rechts/links vervolgens JA/NEE selecteren, ervan afhankelijk of het beeld moet worden verwijderd of de functie weer moet worden verlaten. Alle beelden worden verwijderd. Om te verlaten op de knop ontspanner drukken.