MODELREEKS STR36 — BEDIENINGSELEMENTEN EN CONTROLELAMPJES
17.Veiligheidsstopschakelaar – Schakelt de motor uit als zich niemand op de bestuurdersstoel bevindt.
18.Verlichting (Optioneel) – Optioneel zijn 12 volt halogeenlampen verkrijgbaar, twee vooraan en een achteraan.
19.Optillussen – Bevinden zich aan beide zijden van het hoofdchassis. Worden gebruikt om de vlindermachine op te tillen.
20.Motorluchtfilter – Beschermt de motor tegen vuil.
21.Oliefilter – Filtert de motorolie.
22.Olieaftap – Verwijder de dop van het uiteinde van de slang om de motorolie uit de motor te laten lopen.
23.Tank voor vertragingsmiddelsproeier – Biedt plaats aan ongeveer 19 liter vertragingsmiddel.
24.Pomp van vertragingsmiddelsproeier – Voert het vertragingsmiddel naar de sproeikop.
25.Naaf voor
26.Sterstukken (links/rechts) – Bestaan uit troffelarmen, bladen, slijtplaat en stuwkraag.
27.Documentkastje – Bevat alle productdocumentatie.
28.Accu – Levert +12V gelijkstroom aan het elektrische systeem.
29.Riembeschermer – Omgeeft de aandrijfriem die samen met de aandrijfkoppeling wordt gebruikt.
30.Vuldop voor motorolie – Verwijder deze dop om motorolie bij te vullen.
OPMERKING
Zorg ervoor dat u alle veiligheidsvoorschriften en bedieningsinstructies in deze handleidng hebt gelezen, begrijpt en naleeft voor u de vlindermachine probeert te gebruiken.
| 17 |
27 | 15 |
19 |
19
28 18
24 20
9
10
LONLY
ENGINEFUE
RETARDANT O
NLY
25 29
21 23
22 25 26
Figuur 3. Bedieningselementen en controlelampjes van modelreeks STR36 (achteraanzicht)
MODELREEKS STR36 • ZITVLINDERMACHINE — HANDLEIDING — VERSIE 1 (15/03/06) — PAGINA 18