NL
Afvoer (condenswater)
Er zijn 4 mogelijkheden om het condenswater af te voeren. Om de afvoer te veranderen, moet het achterpaneel worden losgeschroefd. Let er goed op dat bij het terugplaatsen alle schroeven en ringetjes weer op de oorspronkelijke plaats worden aangebracht.
De vaste afvoer
•Bevestig een afvoerslang met de juiste diameter aan het pijpje.
•Plaats het andere uiteinde van de
Bediening
Zie blz. 3, fig. 5
AAN/UIT (1)
De ontvochtiger wordt met de ON/OFF toets (1) aan of uitgezet. Als de ontvochtiger aan, dan werkt de ventilator op de ingestelde snelheid.
Vochtigheidsregeling (2)
Door herhaald op de HUMIDITY toets (2) te drukken stelt u de gewenste relatieve vochtigheid in. Het overeenkomstige lampje (2) geeft het ingestelde percentage aan.
Het gele CNT lampje (5) geeft aan dat de ontvochtiger permanent werkt, ongeacht de aanwezige luchtvochtigheid.
Ventilatorsnelheid (3)
Een druk op de SPEED toets (3) stelt de ventilatorsnelheid in op laag (Lo) of hoog (Hi), het lampje (3) brandt.
afvoerslang in een afvoerkanaal: zorg ervoor dat de slang geen knikken of kronkels heeft.
•De afvoerslang moet geleidelijk aflopen van het aansluitpunt naar de afvoer.
•Zorg ervoor dat het einde van de afvoerslang NIET onder het water- niveau van het afvoerkanaal loopt.
LET OP: Let er bij extreme koude en vorst op dat de afvoerbuis niet kan bevriezen.
Digitaal display (4)
Op het display (4) is de aanwezige relatieve vochtigheid af te lezen.
Compressor (6)
Het COMP lichtje (6) geeft aan dat de compressor werkt. Na uitschakeling is er een automatische vertraging van vijf minuten voordat de compressor (weer) gaat werken.
BELANGRIJK
Deze luchtontvochtiger mag niet worden gebruikt als de temperatuur lager is dan 7 °C of hoger dan 35 °C.
Ontdooiregeling
De Amcor luchtontvochtiger is voorzien van een automatisch ontdooiingssysteem dat ijsafzetting op het koelspiraal tegengaat bij lage temperaturen of bij een lage luchtvochtigheid. De compressor kan zich dan uitschakelen terwijl de ventilator blijft draaien.
18