33
Controleer de staat van de machine bij de inont-
vangstneming.
Zorg er steeds voor dat ze perfect schoon blijft.
Controleer regelmatig snoer en verlengkabel.
Blijf bij het werken altijd aandachtig.
Controleer de bevestiging van de stukken (abnor-
male vibratie), of ze goed gemonteerd zijn.
3Controle en Beschrijving van de machine
Chassis
1
Schijfcarter
12
Rail
13
Tafel
14
Buffers tafel
15
Richtbare zaaggeleider
18
Zijdelings verlengstuk tafel
19
Poot
2
Bevestigingswieltje voor de poten
3
Waterpomp
4
Blokkclip
5
Blokkeerwiel 90° tot 45°
6
Steeksleutel 13
7
Afvoerplug
8
Motor
9
Verbreekschakelaar
10
Bedieningshandvat
11
Nederlands
Voor deze bewerkingen, moet u de net-
voeding van de machine uitschakelen.
4Hantering – Vervoer
PLAATSEN OPDE POTEN
Het stuur (H) losmaken. De poten bevestigd onder
het chassis verwijderen [FIG. 3].
De machine aan de achterzijde optillen, de twee
poten in de hiervoor voorziene openingen schuiven
en de sturen (3) aandraaien. [FIG. 1].
Op dezelfde manier te werk gaan aan de voorzijde.
VERVOER
De kop op het achterdeel van de machine vastzetten
met behulp van de clip (A) - [FIG. 2].
De poten demonteren, hiervoor de hierboven gege-
ven montage aanwijzingen in omgekeerde volgorde
uitvoeren (aan de voor- en dan aan de achterzijde),
ze onder de machine opbergen en niet vergeten ze
vast te zetten met behulp van het stuur (H) ([FIG. 3].
De werkruimte moet in orde zijn,
goed verlicht en vrij van elk onge-
valsrisico (geen vochtigheid of
gevaarlijke produkten in de nabij-
heid)
Motor uitzetten
De operator moet aan het werk
aangepaste beschermingsui-
trusting dragen
De operator moet aan het werk aan-
gepaste beschermingsui-trusting
dragen
Gebruik uitsluitend snijschijven
waarvan de maximale werksnelheid
groter is dan de werkelijke spilsnel-
heid
Voor het in gebruik nemen van de
machine, eerst aandachtig de hand-
leiding lezen en uzelf vertrouwd
maken met de machine.
Het dragen van gehoorbescherming
is verplicht.
5Controle vóór de ingebruikname6Montage van de schijf
Haal de stekker van de afkortmachine uit
het stopcontact.
Deblokkeer de twee wielen (C)- [FIG. 4], haal ze
eraf, daarna de carter.
Ontschroef de spanbout van de schijf (D) - [FIG.
2]met een sleutel van 13.
Haal de spanflens (E) eraf en plaats de schijf.
Controleer of de schijf gecentreerd zit op de flens
(F)- [FIG. 6].
Zet de flens (E) terug en blokkeer de bout (D).
De carter terug zetten en de vleugels (C) aans-
pannen.
Let op de juiste draairichting die met
een pijl is aangegeven op één van de
zijkanten (draairichting op de rechterzij-
kant van de beschermkast)
Controleer of het ondersteuningsvlak
van het blad, de flenzen en de spil zui-
ver is
FIG. 1