Zet de aan/uit-knop op “REC”.
28 NE OPNAMEFUNCTIES

Diafragmablokkering

Net als de pupil van het menselijk oog, trekt het diafragma in een goedverlichte omgeving samen om te voorkomen dat er te veel licht binnenvalt. In een donkere omgeving verwijdt het diafragma zich om meer licht binnen te laten.

Gebruik deze functie in de volgende situaties:

Als u een bewegend onderwerp filmt.

Als de afstand tot het onderwerp verandert (waardoor de grootte ervan op het LCD-scherm of in de zoeker verandert), bijvoorbeeld als het onderwerp zich van u verwijdert.

Als u filmt met een reflecterende natuurlijke achtergrond, bijvoorbeeld het strand of een besneeuwde berg.

Als u onderwerpen onder een spot filmt.

Bij het inzoomen.

1 Zet de aan/uit-knop op “REC”.

2 Zet de opnamestand op M. ( blz. 13)

3 Stel “BELICHTING” in op “HANDMATIG” in het menu FUNCTIE. ( blz. 23)

De aanduiding voor de belichtingsinstelling verschijnt.

4 Zoom in of uit totdat het onderwerp het LCD- scherm of de zoeker vult. Druk vervolgens SET meer dan twee seconden in. De “” verschijnen.

5 Druk op SET of . De iris wordt vergrendeld.

6 Druk op MENU. Het menuscherm wordt gesloten. De “” aanduiding wordt weergegeven.

De automatische diafragmaregeling herstellen

Selecteer “AUTOM” in stap 3.

De belichtingsinstellingsaanduiding en verdwijnen.

De belichtingsinstelling en het diafragma blokkeren

Na stap 3, past u de belichting aan door op of . te drukken. Vervolgens blokkeert u het diafragma in stap 4 - 6. Selecteer “AUTOM” in stap 3 voor automatisch vergrendelen. De belichting en het diafragma worden automatisch geregeld.

Achtergrondlicht compenseren

Bij achtergrondlichtcompensatie wordt het onderwerp snel lichter gemaakt.

Via een eenvoudige bediening kunt u de achtergrondlichtcompensatiefunctie inschakelen. Hiermee wordt het donkere gedeelte van het onderwerp helderder gemaakt door dit langer te belichten.

1

2 Zet de opnamestand op M. ( blz. 13)

3 Druk op BACKLIGHT zodat de indicator voor achtergrondlichtcompensatie “” verschijnt.

Achtergrondlichtcompensatie opheffen

Druk tweemaal op BACKLIGHT, zodat de indicator “” verdwijnt.

OPMERKING:

Als u de achtergrondlicht compenseren gebruikt, is het mogelijk dat het licht rondom het onderwerp te fel wordt en het onderwerp zelf te wit.

Spotbelichtingsregeling

Door een spotmeetgebied te selecteren is een nauwkeurige belichtingscompensatie mogelijk. U kunt op de LCD-scherm/in de zoeker drie meetgebieden selecteren.

1 Zet de aan/uit-knop op “REC”.

2 Zet de opnamestand op M. ( blz. 13)

3 Druk tweemaal op BACKLIGHT zodat de aanduiding voor spotbelichtingsregeling “ ” verschijnt.

Er verschijnt een frame voor het spotmeetgebied in het midden van de LCD- monitor/de zoeker.

4 Druk op of om het gewenste frame voor het spotmeetgebied te selecteren.

5 Druk op SET.

De spotbelichtingsregeling is ingeschakeld.

De belichting wordt aangepast om het geselecteerde gebied zo helder mogelijk te maken.

Het diafragma blokkeren

Druk na stap 4 op SET en houd deze knop langer dan 2 seconden ingedrukt. De indicator “” verschijnt en het diafragma wordt geblokkeerd.