NEDERLANDS
Een muziekstuk of een bepaald punt op de CD zoeken
Het muziekstuk versneld vooruit afspelen of achteruit afspelen
Druk tijdens het afspelen van een CD op de toets
¢ , en houd deze toets ingedrukt om het muziekstuk versneld vooruit af te spelen.
Druk tijdens het afspelen van een CD op de toets
4, en houd deze toets ingedrukt om het muziekstuk achteruit af te spelen.
Naar de volgende of vorige tracks gaan
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op de toets
¢ om naar het begin van de volgende track te gaan. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt het begin van de volgende track opgezocht, geselecteerd en ten gehore gebracht.
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op de toets
4 om terug te keren naar het begin van de huidige track. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt het begin van de vorige track opgezocht, geselecteerd en ten gehore gebracht.
Direct naar een bepaald muziekstuk gaan
Druk op de cijfertoets die bij een bepaald muziekstuk hoort, om het afspelen van dat muziekstuk te laten beginnen.
•Om een muziekstuk met nummer 1 – 6 te selecteren:
Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
•Om een muziekstuk met nummer 7 – 12 te selecteren:
Druk op 1 (7) – 6 (12) en houd de cijfertoets langer dan 1 seconde ingedrukt.
Nummer van | Verstreken afspeeltijd |
het muziekstuk |
|
Afspeelmodus selecteren
Tracks in willekeurige volgorde afspelen (Random Play)
1 Druk op de toets M/B (modus/omroepband) om de functiemodus te activeren terwijl u een CD afspeelt. De eenheid schakelt over op de functiemodus.
2Druk op de toets RND (random) terwijl de functiemodus nog is geactiveerd, zodat de indicator RND op de display aangaat.
Elke keer als u op de toets RND drukt, de willekeurige afspeelmodus voor CD’s worden in- of uitgeschakeld.
Wanneer deze functie is ingeschakeld, licht de indicator RND op de display op en wordt er een willekeurige track afgespeeld.
De geselecteerde track herhaaldelijk afspelen (de functie One Track Repeat Play)
1Druk op de toets M/B (modus/omroepband) om de functiemodus te activeren terwijl u een CD afspeelt. De eenheid schakelt over op de functiemodus.
2Druk op de toets RPT (repeat) terwijl de functiemodus nog is geactiveerd, zodat de indicator
RPT op de display aangaat. Elke keer als u op de toets RPT drukt, wordt de functie voor het herhaald afspelen van één enkele track in- of uitgeschakeld.
•Als de functie voor het herhaald afspelen van één enkele track wordt uitgeschakeld, wordt de functie functie waarbij alle tracks herhaaldelijk geactiveerd.
18