Oplossen van problemen

Een schijnbare storing van uw eenheid kan het gevolg zijn van een enigszins foutieve bediening of bedrading. Controleer voordat u uw handelaar raadpleegt eerst de volgende lijst voor een mogelijke oplossing van uw probleem.

?Spanning wordt niet ingeschakeld.

De zekering is doorgebrand.

Nadat u de kabels op kortsluiting heeft gecontroleerd moet u de zekering door een van hetzelfde type vervangen.

De motor is niet goed aan de beugel bevestigd.

Laat de motor vastklikken aan de beugel.

?Er gebeurt niets wanneer u op de toetsen drukt.

De computerchip in het toestel werkt niet normaal.

Druk op de resettoets van het toestel (blz. 51).

?Het scherm is donker.

Het toestel bevindt zich op een plaats waar de temperatuur laag is.

Als de temperatuur van de monitoreenheid daalt, lijkt het scherm donkerder bij

het inschakelen van de spanning door de eigenschappen van het vloeibaar- kristalpaneel. Wacht even na het inschakelen van de spanning en laat de temperatuur stijgen. De normale helderheid keert terug.

De "BRT"-, "BLK"-, "CONT"- en andere schermbedieningsniveaus zijn te laag.

Stel de "BRT"-, "BLK"-, "CONT"- en andere schermbedieningen in op de juiste verlichting of stel ze terug op de in de fabriek ingestelde niveaus, zie <Initialiseren van de gebruikersinstellingen> (blz. 58).

64 Nederlands