36

BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN

Plaatsen en verwijderen van batterij (Fig. 1)

Schakel de machine altijd uit voordat een batterij
geplaatst of verwijdert wordt.
Om het batterijpak te verwijderen, neemt u het uit het
gereedschap terwijl u de knoppen aan beide zijden van
het batterijpak indrukt.
Om het batterijpak te installeren, past u de rug op het
batterijpak in de groef in de behuizing van het gereed-
schap, en dan schuift u het batterijpak naar binnen.
Schuif het batterijpak zo ver mogelijk erin, totdat het
met een klikgeluid vergrendelt. Indien u dit niet doet,
kan het batterijpak per ongeluk uit het gereedschap
vallen en uzelf of anderen verwonden.
Als het batterijpak moeilijk in de houder komt, probeer
het dan niet met geweld in te duwen. Indien het batterij-
pak er niet gemakkelijk ingaat, dan houdt u het ver-
keerd om.

Dopsleutel (Fig. 2)

De dopsleutel is aangebracht zoals afgebeeld in Fig. 2.
Wanneer u de dopsleutel wilt gebruiken, moet u deze uit
de sleutelhouder trekken. Breng de dopsleutel na gebruik
weer in de sleutelhouder aan.

De zaag op een werktafel monteren (Fig. 3 en 4)

Bij de verscheping uit de fabriek, is het handvat van het
gereedschap in de omlaagpositie vastgezet door middel
van de aanslagpen. Ontgrendel de aanslagpen door het
handvat een beetje omlaag te drukken en de aanslagpen
naar buiten te trekken.
Dit gereedschap moet op een horizontaal en stabiel
oppervlak worden gemonteerd door middel van vier bou-
ten die u door de boutgaten in het voetstuk van het
gereedschap steekt. Hierdoor wordt voorkomen dat het
gereedschap omkantelt en mogelijk verwondingen ver-
oorzaakt.

Installeren of verwijderen van het zaagblad

LET OP:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de accu ervan is verwijderd alvorens het zaagblad
te installeren of te verwijderen.
Gebruik voor het installeren of verwijderen van het
zaagblad uitsluitend de bijgeleverde Makita dopsleutel.
Doet u dit niet, dan kan de zeskantbout te vast of te los
worden aangedraaid, hetgeen ernstige verwonding van
de gebruiker van het gereedschap of van anderen in de
nabije omgeving tot gevolg kan hebben.
Druk de aanslagpen naar binnen om het handvat in de
omhoogpositie vast te zetten. (Fig. 3)
Om het zaagblad te verwijderen, gebruik de dopsleutel
om de zeskantbout, die de middenkap op zijn plaats
houdt, naar links los te draaien. Breng de veiligheidskap
en de middenkap omhoog. (Fig. 5)
Druk de asvergrendeling in om de as te vergrendelen en
draai met de dopsleutel de zeskantbout (linkse schroef-
draad) naar rechts los. Verwijder vervolgens de zeskant-
bout, de buitenflens en het zaagblad. (Fig. 6)
Om het zaagblad te installeren, monteert u het zaagblad
voorzichtig op de as, ervoor zorgend dat de pijltjes op het
zaagblad en op de zaagbladkast in dezelfde richting wij-
zen. Monteer de buitenflens en de zeskantbout, en draai
dan met de dopsleutel de zeskantbout (linkse schroef-
draad) stevig naar links vast terwijl u daarbij de asver-
grendeling ingedrukt houdt. (Fig. 7 en 8)
LET OP:
Voor alle niet-Europese landen
De binnenflens heeft een diameter van 25 mm aan de
ene zijde, en een diameter van 25,4 mm aan de andere
zijde. De zijde met een diameter van 25,4 mm is gemar-
keerd met “25.4”. Gebruik de zijde die overeenkomt met
de asgatdiameter van het zaagblad dat u gaat gebruiken.
Indien het zaagblad aan de verkeerde zijde wordt
gemonteerd, kan gevaarlijke trilling worden veroorzaakt.
Monteer de veiligheidskap en de middenkap weer in hun
oorspronkelijke posities. Zet daarna de middenkap vast
door de zeskantbout naar rechts vast te draaien.
(Fig. 9)
Trek de aanslagpen naar buiten om het handvat uit zijn
omhoogpositie te ontgrendelen. Breng het handvat
omlaag om te controleren of de veiligheidskap behoorlijk
beweegt.

Veiligheidskap (Fig. 10)

Wanneer het handvat omlaag wordt gebracht, gaat de
veiligheidskap automatisch omhoog. De veiligheidskap
keert naar haar oorspronkelijke positie terug wanneer het
zagen beëindigd is en het handvat omhoog wordt
gebracht. ZET DE VEILIGHEIDSKAP NOOIT VAST EN
VERWIJDER DEZE NOOIT. Voor uw persoonlijke veilig-
heid dient de veiligheidskap altijd in goede staat te wor-
den gehouden. Elke onregelmatige werking van de
veiligheidskap dient onmiddellijk te worden hersteld.
GEBRUIK HET GEREEDSCHAP NOOIT MET EEN
DEFECTE VEILIGHEIDSKAP. Wanneer de doorzichtige
veiligheidskap vuil is of met zaagsel is bedekt zodat u het
zaagblad en/of het werkstuk niet meer behorlijk kunt
zien, verwijder dan de accu van het gereedschap en rei-
nig de veiligheidskap zorgvuldig met een bevochtigde
doek. Gebruik geen oplosmiddelen of benzinehoudende
schoonmaakmiddelen op de plastic kap.

Stofzak (Fig. 11)

Door de stofzak te gebruiken wordt het zaagsel opgevan-
gen en kunt u schoon werken. Voor het bevestigen van
de stofzak monteert u de inlaat van de stofzak over het
verbindingsstuk op het gereedschap. Wanneer de stof-
zak ongeveer halfvol is, verwijdert u deze van het
gereedschap en trekt u de sluitstrip eraf. Maak de stofzak
leeg en tik er lichtjes op voor het verwijderen van achter-
gebleven stofdeeltjes waardoor de stofopvanging zou
kunnen worden belemmerd.