
Overige instructies
• De
• Het zitje moet altijd met de autogordel bevestigd zijn, ook wanneer het niet gebruikt wordt. Een los zitje kan al bij een noodstop andere passagiers verwonden.
|
| • Zorg ervoor dat het zitje niet bekneld raakt of belast wordt door zware bagage, verstelbare stoelen of dichtslaande deuren. | |||
| |||||
NL |
| • Aan de | |||
| de geboden veiligheid gedeeltelijk of zelfs geheel verloren gaat. | ||||
|
| ||||
|
| • Bij zomers weer kunnen de kunststof- en metaaldelen van de | |||
| |||||
|
| daarom het beste afdekken wanneer de auto in de zon geparkeerd staat. | |||
|
| • Het | |||
|
| • Gebruik het zitje ook bij korte ritjes, juist dan gebeuren de meeste ongelukken. | |||
|
| • Probeer voor de aankoop of het zitje goed in uw auto past. | |||
|
| • Pauzeer bij langere ritten even om uw kind wat bewegingsvrijheid te geven. | |||
|
| • Geef zelf het goede voorbeeld en draag altijd uw autogordel. | |||
|
| • Vertel uw kind, dat het nooit met het gordelslot mag spelen. | |||
|
| Vragen |
| ||
|
| Wendt u zich in geval van een garantieclaim of andere vragen tot uw leverancier of importeur (zie adressenlijst op de | |||
|
| achterzijde van de gebruiksaanwijzing). | |||
|
| De autogordel |
| ||
|
| De | |||
|
| R16 of een gelijkwaardige norm. Niet te gebruiken met een | |||
|
| • Uw | |||
|
| autogordels. Bij sommige zitplaatsen zijn de gordels echter zo ver naar voren geplaatst, dat een goede installatie | |||
|
| onmogelijk wordt. Probeer in dat geval een andere zitplaats. | |||
|
| • Het kan voorkomen dat het slotdeel van uw autogordel zodanig lang is, dat het te hoog tegen het onderstel van de | |||
|
| ||||
|
| positie in de auto. | |||
|
| Vier standen van de |
| ||
|
| U kunt de | |||
|
| duw de kuip naar voren of naar achteren. Laat de hendel in de gewenste positie los en duw totdat u een duidelijke klik | |||
|
| hoort (A). | |||
|
| Installatie van de |
| ||
|
| Let bij het instaleren op de eerder gegeven installatie voorschriften van de | |||
|
| autogordel"). | |||
|
| In figuur B staat een | |||
|
| Plaats de | |||
|
| Trek de autogordel tussen kuip en onderstel door (B1). | |||
|
| Maak de autogordel vast in het gordelslot (B1). | |||
|
| De heupgordel loopt nu onder de rode haken langs en de schoudergordel loopt vanaf het gordelslot direct strak schuin | |||
|
| naar boven. Plaats de schoudergordel aan één zijde in de gordelklem (B2) en sluit deze |
Gebruiksaanwijzing
20