
NL |
|
|
|
|
ALARM |
|
| ||
|
|
| ||
| Om het alarm in te stellen: | |||
| ||||
| 1. | Houd | ingedrukt om in de instelmodus van het | |
|
| alarm te komen. | ||
| 2. | Druk | / | om uren / minuten in te stellen. |
3. Druk om te bevestigen.
geeft aan dat het alarm AAN is.
Alarmen AAN / UIT zetten:
1. Druk op om de alarmtijd weer te geven.
2. Druk op om het alarm AAN / UIT te zetten.
Om het alarm uit te zetten:
•Druk SNOOZE / LIGHT om het alarm 8 minuten uit te zetten
OF
•Druk een willekeurige knop om het alarm uit te zetten, waarna het pas na 24 uur weer zal afgaan.
TEMPERATUUR
Om de temperatuureenheid in te stellen:
•Druk ºC / ºF.
Om te schakelen tussen gegevens van de
• Druk TEMP. /
geeft
Om automatisch te wisselen tussen weergave
•Houd TEMP ingedrukt.
Druk op TEMP om de functie automatisch wisselen uit te schakelen.
PROJECTIE
NB Gebruik een adapter voor continue projectie.
Om continue projectie te activeren / deactiveren (wanneer een adapter is aangesloten):
•Schuif de PROJECTION schakelaar naar ON / OFF.
Projectie is ook (korte tijd) mogelijk wanneer er geen adapter is aangesloten. Als de batterij echter leeg raakt, zal de projectiefunctie uitgeschakeld worden.
Om tijdelijk beeld te projecteren:
•Druk op SNOOZE / LIGHT.
Om het geprojecteerde beeld 180˚ om te klappen:
•Druk op SNOOZE / LIGHT.
Om de plaats van het geprojecteerde beeld bij te stellen:
•Draai de projectiearm naar de gewenste positie.
NB Kijk niet rechtstreeks in de projector wanneer deze aan staat.
6