•Para nieve considerablemente pesada, reducir la anchura del despeje de nieve sobreponiendo los caminos previos y andando lentamente.
•Mantener el motor limpio y libre de nieve durante el uso. Esto ayudará a hacer pasar aire y prolongará la vida del motor.
•Después de completar el trabajo de despejar nieve, dejar que el motor gire por algunos minutos para der- retir nieve y hielo que puedan estar en el motor.
•Limpiar a fondo toda la máquina quitanieves después de cada uso y secarla para que esté lista para el próximo uso.
ADVERTENCIA: No hacer funcionar la máquina quitanieves si las condiciones del tiempo deterio- ran la visibilidad. Despejar nieve durante una fuerte y ventosa tormenta de nieve puede ofuscarles y ser peligroso para un funcionamiento seguro de la máquina quitanieves.
TIPS VOOR HET
SNEEUWRUIMEN
•Ga langzamer in diepe, bevroren of erg natte sneeuw. Gebruik de snelheidsbediening, NIET het OP/VAN schakelaar, om de snelheid aan te passen.
•Het is makkelijker en efficiënter om sneeuw te ruimen vlak nadat het is gevallen.
•De beste tijd om sneeuw te ruimen is vroeg in de morgen. Op dit tijdstip is de sneeuw meestal droog en is nog niet blootgesteld aan direct zonlicht of warme temperaturen.
•Om er zeker van te zijn dat alle sneeuw verwijderd wordt, kunt u het beste de naast elkaar liggende banen overlappen.
•Ruim sneeuw zo veel mogelijk met de wind mee.
•Stel de remplaten gelijkmatig af tot de juiste hoogte voor de heersende sneeuwcondities is bereikt. Zie “HET AFSTELLEN VAN DE REMPLATEN” in dit gedeelte van de handleiding.
•Als er extreem veel sneeuw is, gaat u dan langzamer te werk en houd minder brede banen aan door de vorige banen te overlappen. Hierdoor kan er meer sneeuw worden geruimd.
•Houd de motor schoon en vrij van sneeuw tijdens het gebruik. Dit helpt de luchtcirculatie en verlengt de lev- ensduur van de motor.
•Als het sneeuwruimen voltooid is, laat de motor nog enkele minuten lopen om sneeuw en ijs aan de motor te laten smelten.
•Maak de hele sneeuwruimer na elk gebruik grondig schoon en droog hem af zodat hij klaar is voor een volgend gebruik.
WAARSCHUWING: Gebruik de sneeuwruimer niet in weercondities waarbij het zicht minimaal is. Sneeuwruimen tijdens zware storm, wind of sneeuwval kan u verblinden en kan gevaarlijk zijn voor het veilige gebruik van de sneeuwruimer.
CONSIGLI PER SPAZZARE LA NEVE
•Addentrarsi lentamente nella neve ghiacciata o molto bagnata. Per regolare la velocità, usare il comando di controllo della velocità, NON il interruttore INSERITA/ DISINSERITA.
•È molto più semplice e pratico spazzare la neve appena caduta.
•Il momento migliore in cui spazzare la neve è nelle prime ore della mattina. A quell’ora di solito la neve è asciutta
enon ha subito ancora l’esposizione al sole che ne aumenta la temperatura.
•Sovrapporre leggermente i percorsi effettuati con lo spaz- zaneve, per essere sicuri di rimuovere completamente tutta la neve.
•Se possibile, spazzare la neve sottovento.
•Regolare le piastre di scorrimento ad un’altezza adeguata alle effettive condizioni della neve. Si veda in proposito il paragrafo “PER REGOALRE LE PIASTRE DI SLIT- TAMENTO” nella seconda parte di questo manuale.
•In caso di neve particolarmente pesante, ridurre la lar- ghezza del percorso dello spazzaneve, sovrapponendo
ipercorsi successivi e movendosi lentamente.
•Durante l’uso, mantenere il motore pulito e libero dalla neve. Questo accorgimento faciliterà il flusso dell’aria
econtribuirà a prolungare la vita del motore.
•Una volta terminate le operazioni con lo spazzaneve, far girare ancora il motore per qualche minuto, per far sciogliere eventuali residui di neve o ghiaccio.
•Pulire accuratamente lo spazzaneve dopo ogni uso e asciugarlo con un panno, in modo che sia pronto per la volta successiva.
PERICOLO: Non adoperare lo spazzaneve se le condizioni atmosferiche sono tali da impedire la visibilità. Spalare la neve durante una forte tormenta può provocare lesioni agli occhi e gravi rischi per il funzionamento in sicurezza dello spazzaneve.
34