Kooktips (vervolg)
Aanwijzingen voor het bereiden van verse groenten
Gebruik een grote glazen ovenvaste schaal met deksel. Voeg voor iedere 250 g groenten
Tip: Snijd de groenten in stukken van dezelfde grootte. Hoe kleiner de stukken, hoe sneller ze gaar zijn.
Verse groenten moeten gekookt worden op de hoogste vermogensstand (900W).
Gerecht | Portie | Vermo- | Tijd | Aanwijzingen |
|
| gen | (min.) |
|
Broccoli | 250g | 3 | Verdeel de broccoli in roosjes van | |
| 500g |
| gelijke grootte. Leg de broccoli met de | |
|
|
|
| stammen naar het midden gericht. |
|
|
|
|
|
Spruitjes | 250g | 3 | Voeg | |
|
|
|
| toe. |
Penen | 250g | 3 | Snijd de penen in plakken van gelijke | |
|
|
|
| grootte. |
|
|
|
|
|
Bloemkool | 250g | 3 | Verdeel de bloemkool in roosjes van | |
| 500g |
| gelijke grootte. Leg de roosjes met de | |
|
|
|
| stammen naar het midden gericht, |
Courgettes | 250g | 3 | Snijd de courgettes in plakken. Voeg | |
|
|
|
| 30 ml (2 eetlepels) water of een klontje |
|
|
|
| boter toe. Kook de courgettes tot ze net |
|
|
|
| gaar zijn. |
|
|
|
|
|
Aubergines | 250g | 3 | Snijd de aubergine in dunne plakjes en | |
|
|
|
| besprenkel ze met 1 eetlepel |
|
|
|
| citroensap. |
Prei | 250g | 3 | Snijd de prei in dikke plakken. | |
|
|
|
|
|
Champignons | 125g | 3 | Snijd de champignons in plakjes of laat | |
| 250g |
| ze heel. Geen water toevoegen. | |
|
|
|
| Besprenkelen met citroensap. Zoud en |
|
|
|
| peper toevoegen. Uit laten lekken |
|
|
|
| voordat u ze opdient. |
Uien | 250g | 3 | Snijd de uien in stukjes of door de helft. | |
|
|
|
| Slechts 15 ml (1 eetlepel.) water |
|
|
|
| toevoegen. |
|
|
|
|
|
Paprika | 250g | 3 | Snijd de paprika in reepjes. | |
Aardappelen | 250g | 3 | Weeg de geschilde aardappels en snij | |
| 500g |
| ze door de helft of in vieren. | |
|
|
|
|
|
Koolraap | 250g | 3 | Snij de koolraap in dobbelsteentjes. | |
|
|
|
|
|
OPWARMEN
Met uw magnetron kunt u gerechten veel sneller verwarmen dan met een normale oven. Gebruik de in de tabel genoemde vermogensstanden en opwarmtijden als richtlijn. Bij de in de tabel genoemde dranken is ervan uitgegaan dat deze op kamertemperatuur zijn ( +18 tot +20°C). Bij gekoelde gerechten is uitgegaan van een temperatuur van circa +5 tot +7°C.
Grote stukken vermijden
Vermijd het opwarmen van grote stukken vlees, zoals braadstuk. Deze hebben de neiging aan de buitenkant te heet te worden en uit te drogen voordat het middenin goed heet is. U kunt beter kleine stukken vlees opwarmen.
Vermogensstanden en doorroeren
Sommige gerechten kunnen bij een vermogen van 900 W verwarmd worden, terwijl u bij andere een vermogen van 600 W, 450 W of zelfs 300 W moet gebruiken. De tabel geeft u hiervoor richtlijnen.
In het algemeen kan gesteld worden dat u verfijnde gerechten, grote hoeveelheden en gerechten die snel warm worden (zoals pasteitjes) beter bij een laag vermogen kunt verwarmen.
U verkrijgt de beste resultaten wanneer u het gerecht tijdens het opwarmen een keer goed doorroert of omkeert. Roer het gerecht zo mogelijk altijd door voordat u het opdient.
Wees extra voorzichtig bij het opwarmen van dranken en babyvoedsel. Om plotseling (over)koken van dranken en eventueel letsel als gevolg daarvan te voorkomen, moet u het voor, tijdens en na het opwarmen goed doorroeren. Laat het tijdens het nagaren in de magnetron staan. Eventueel kunt u een plastic lepel of glazen staafje in de drank zetten. Daarmee voorkomt u dat de drank overkookt. Houd eventueel een korte bereidingstijd aan. U kunt deze altijd nog wat verlengen, mocht de drank niet warm genoeg zijn.
Opwarm- en nagaartijden
Als u voor het eerst een gerecht opwarmt, is het handig om de door u gebruikte bereidingstijd te noteren. Controleer altijd of het gerecht door en door verwarmd is. Laat het gerecht na het opwarmen altijd even nagaren, zodat de temperatuur zich gelijkelijk over het gerecht kan verdelen. De aanbevolen nagaartijd na het opwarmen is 2 - 4 minuten, tenzij in de tabel een andere tijd wordt aanbevolen. Wees extra voorzichtig bij het opwarmen van dranken en babyvoedsel. Zie ook het hoofdstuk met de veiligheidsinformatie.
DRANKEN OPWARMEN
Houd na het opwarmen altijd een nagaartijd van minstens 20 seconden aan. De temperatuur heeft dan de gelegenheid zich gelijkmatig over de drank te verdelen. Roer zonodig een keer tijdens het opwarmen, maar ALTIJD na het opwarmen van dranken. Om overkoken van de drank te voorkomen, kunt u eventueel een plastic lepel of glazen staafje in de drank zetten.
NL
27