De draadloze oplader gebruiken

3 Wanneer het mobiele apparaat volledig is opgeladen, verwijdert u het van de draadloze oplader.

Plaats geen vreemde voorwerpen, zoals metalen objecten, magneten en kaarten met een magnetische strip, tussen het mobiele apparaat en de draadloze oplader. Het mobiele apparaat wordt dan mogelijk niet goed opgeladen of kan worden beschadigd als gevolg van oververhitting.

Het mobiele apparaat wordt mogelijk niet goed opgeladen wanneer het mobiele

apparaat niet correct op het oplaadoppervlak wordt geplaatst of afhankelijk van de locatie van de draadloze oplaadspoel van het mobiele apparaat.

Draadloos opladen werkt mogelijk niet correct als er een dikke hoes om uw mobiele apparaat zit. Als uw hoes dik is, verwijdert u deze voordat u uw mobiele apparaat op de draadloze oplader plaatst.

Als u de draadloze oplader gebruikt op een locatie met een zwak netwerksignaal, hebt u mogelijk geen netwerkverbinding.

Als u een oplader aansluit op het mobiele apparaat terwijl er draadloos wordt opgeladen, is de functie voor draadloos opladen niet meer beschikbaar.

De draadloze oplader is compatibel met apparaten met WPC-certificering (Wireless Power Consortium).

De ventilator in de draadloze oplader werkt mogelijk tijdens draadloos opladen.

Om stroom te besparen moet u de oplader loskoppelen wanneer u deze niet gebruikt. De oplader beschikt niet over een aan/uit-schakelaar. U moet daarom de oplader loskoppelen van het stopcontact wanneer u deze niet gebruikt, om te voorkomen dat u energie verspilt. De oplader moet in de buurt van het stopcontact blijven tijdens het opladen en moet eenvoudig te bereiken zijn.

Nederlands

6

6