Foutcodes
1 | De onderstaande | 2 | Schakel de |
| foutcodes worden |
| noodstopschakelaar |
| weergegeven op |
| uit, lees de |
| het display. |
| onderstaande |
|
|
| instructies en voer |
de desbetreffende actie uit.
3 De foutcode
verdwijnt wanneer u de noodstopschakelaar inschakelt.
Foutcodes | Controleren |
Vuil in de zuigborstel.
▶▶Schakel de noodstopschakelaar uit en verwijder het vuil uit de zuigborstel.
Vastgeraakt materiaal in het linkerrijwiel.
▶▶Schakel de noodstopschakelaar uit en verwijder het vastgeraakte materiaal uit het rijwiel.
Vastgeraakt materiaal in het rechterrijwiel.
▶▶Schakel de noodstopschakelaar uit en verwijder het vastgeraakte materiaal uit het rijwiel.
Bumpersensor moet worden gecontroleerd.
▶▶Schakel de noodstopschakelaar uit en vervolgens weer in.
▶▶Neem contact op met een servicecentrum als de foutcode niet verdwijnt.
Ophoping van vuil op de obstakelsensor.
▶▶Schakel de noodstopschakelaar uit en reinig de sensor aan de voor- en achterkant met een zachte doek.
Ophoping van vuil op de steiltesensor.
▶▶Schakel de noodstopschakelaar uit en reinig de steiltesensor met een zachte doek.
Defecte batterij of losse bedrading.
▶▶Schakel de noodstopschakelaar uit en vervolgens weer in.
▶▶Neem contact op met een servicecentrum als de foutcode niet verdwijnt.