Menubediening
Breedbeeldfunc
U kunt de beeldgrootte selecteren. De beschikbare beeldgrootten variëren overeenkomstig het type signaal dat ontvangen wordt.
Wanneer u
OPMERKING
•Behalve het handmatig wijzigen van de Breedbeeldfunctie zoals hier is beschreven, kan de TV ook de optimale Breedbeeldfunctie detecteren en instellen overeenkomstig het signaal dat wordt ontvangen.
1Druk op f.
•Het Breedbeeldfunc menu verschijnt.
•Het menu toont de
2Druk op f of a/b terwijl het Breedbeeldfunc menu nog steeds op het scherm wordt getoond.
•Terwijl u de instellingen doorloopt, zal het resultaat meteen op het beeldscherm worden weergegeven. U hoeft niet op OK te drukken.
Beschikbare instellingen (voor SD (Standaard) signaal)
Volledig: Voor 16:9 samengedrukte beelden.
Normaal: Voor 4:3 “standaard” beelden. Er verschijnt een balk aan beide zijkanten van het beeld.
Panorama: In deze weergavestand wordt het beeld geleidelijk gerekt naar de zijkanten van het scherm toe.
Biosc. 16:9: Voor 16:9 letterbox beelden. Bij sommige programma's kunnen er balken aan de boven- en onderkant van het beeld zijn.
Biosc. 14:9: Voor 14:9 letterbox beelden. Bij sommige programma's kunnen er balken aan de boven- en onderkant van het beeld zijn.
Beschikbare instellingen (voor HD (Hoge Definitie) signaal)
Volledig: Met het Overscan beeld weergeven. Alle zijden van het beeld worden afgesneden.
Underscan: Met het Underscan beeld weergeven. (Met het
Breedbeeldfunc | Alleen PC |
|
|
U kunt de beeldgrootte selecteren.
1Druk op f.
• Het Breedbeeldfunc menu verschijnt.
2Druk op f of a/b om het gewenste onderdeel in het menu te selecteren.
OPMERKING
•Sluit de PC aan voordat u begint met het maken van de instellingen. (Blz. 11)
•De beschikbare beeldgrootten variëren afhankelijk van het ingangssignaaltype.
VOORBEELD
NormaalVolledig
Beschikbare instellingen
Volledig: Het beeld vult het volledige scherm.
Normaal: Het beeld wordt volledig weergegeven met de oorspronkelijke beeldverhouding.
23