De werkingsrichting wijzigenDe werkingsrichting van de bedieningselementenDe geluidskarakteristiekenis af fabriek ingesteld zoals hieronderaangegeven.wijzigen

Verhogen

Verlagen

Als u de bedieningssatelliet rechts op de stuurkolom moet monteren, kan de werkingsrichting worden omgekeerd.

Druk (SOUND) gedurende 2 seconden in terwijl u VOL ingedrukt houdt.

Tip

U kunt ook de werkingsrichting van deze bedieningselementen met het toestel wijzigen (zie “Instellingen voor het geluid en het display wijzigen” op pagina 21).

U kunt de hoge en lage tonen, balans en fader regelen.U kunt de hoge en lage tonen voor elke bron afzonderlijk regelen.

1 Kies het item dat u wilt regelen door herhaaldelijk op (SOUND) te drukken. Bij elke druk op(SOUND), verandert het item als volgt:

BAS (lage tonen) t TRE (hoge tonen)tBAL (links-rechts) t FAD (voor- achter)2 Regel het gekozen item door op een van beide zijden van (SEEK) te drukken.Wanneer u gebruik maakt van debedieningssatelliet, drukt (SOUND)u op en draait u aan VOL.

Opmerking

Regel het item binnen de 3 seconden nadat u het hebt gekozen.

Het geluid snel dempen

(met de bedieningssatelliet of kaartafstandsbediening)

Druk op (ATT) op de bedieningssatelliet of de kaartafstandsbediening. “ATT-ON” verschijnt even in het uitleesvenster, gevolgd door “ATT”.

Druk nogmaals op (ATT) om het vorige geluidsniveau te herstellen.

Tip

Wanneer de interfacekabel van een autotelefoon is aangesloten op de ATT-kabel, wordt het volume automatisch verlaagd wanneer een telefoongesprek binnenkomt (Telephone ATT-functie).

20