De geluidskwaliteit selecteren

Fabrieksinstellingen

De fabrieksinstellingen van Digitale geluidsvoorkeuren zijn als volgt:

SOUND 1”: lage tonen +1, hoge tonen ±0

SOUND 2”: lage tonen +3, hoge tonen ±0

1 Druk tijdens het afspelen op MENU/

ENTER.

2 Druk enkele malen op .of N> totdat “S–SEL” op het uitleesvenster knippert en druk vervolgens op MENU/ENTER.

3 Druk herhaaldelijk op .of N> om “SOUND 1”, “SOUND 2” of “OFF” op het uitleesvenster te selecteren en druk vervolgens op

MENU/ENTER.

Wanneer u “OFF” selecteert, worden de digitale geluidsvoorkeuren uitgeschakeld.

De geluidskwaliteit regelen

U kunt de instellingen voor geluidskwaliteit wijzigen. Als u de instellingen voor geluidskwaliteit wilt wijzigen, selecteert u eerst “SOUND 1” of “SOUND 2” (de instelling die u wilt wijzigen).

1 Tijdens het afspelen en nadat “SOUND 1” of “SOUND 2” is geselecteerd, drukt u op MENU/

ENTER.

16-NL

2 Druk enkele malen op .of N> totdat “S–SET” op het uitleesvenster knippert en druk vervolgens op MENU/ENTER.

Op het uitleesvenster wordt de momenteel geselecteerde geluidsinstelling “BASS” weergegeven.

3 Druk enkele malen op .of N> om de geluidsinstelling aan te passen.

Geeft aan dat “SOUND 1” of “SOUND 2” is geselecteerd

Het geluid kan in acht stappen worden aangepast.

4 Druk op MENU/ENTER.

“BASS” wordt ingesteld en de stand “TRE” voor het instellen van hoge tonen verschijnt op het uitleesvenster.

5 Druk enkele malen op .of N> om het geluidsniveau te wijzigen en druk vervolgens op

MENU/ENTER.

“TRE” (hoog) wordt ingesteld. De geluidsvoorkeuren worden opgeslagen en het afspeelvenster verschijnt weer.

De bewerking annuleren

Druk op x.

z

U kunt een geluidsvoorkeur instellen terwijl het afspelen wordt gepauzeerd.

Opmerking

Wanneer u een digitale geluidsvoorkeur gebruikt, kan het geluid worden onderbroken of vervormd als het volume te hoog staat. Deze problemen zijn afhankelijk van de instellingen of van het muziekstuk. Wijzig in dit geval de instellingen voor de geluidskwaliteit.