90
STATUS
DATA/CTRL
BANK MSB/MAX
BANK LSB/MIN
TOGGLE ON-OFF
/NUMBER OF PGM DEC
/NO INC
/YES MEMORY
EDIT PC
EDIT WRITE
/EXIT
±10
8.8.8.
Gedetailleerde parameter-instellingen
MIDI instellingen
De BBT500H is compatibel met MIDI en beschikt over MIDI IN en MIDI
OUT aansluitingen.
* Wat is MIDI?
MIDI staat voor Musical Instruments Digital Interface en is een wereld-
wijde standaard voor de digitale gegevensuitwisseling tussen muziek-
instrumenten, computers en andere MIDI apparatuur, zowel voor muziek-
gegevens als voor het aansturen van de apparatuur, ongeacht het soort
instrument of de fabrikant.
MIDI maakt het bijvoorbeeld mogelijk met een extern MIDI apparaat,
zoals het MFC10 Yamaha MIDI voetpedaal enz., een patch (bij elkaar
horende instellingen in het geheugen) te selecteren uit het geheugen
van de BBT500H. U kunt ook een reservekopie maken van de opgesla-
gen gegevens door de inhoud van het geheugen naar een apparaat te
sturen dat MIDI gegevens kan bewaren (Yamaha MDF3 enz.).
Selecteren van een patch via MIDI
1 Neem een MIDI kabel en verbind de MIDI IN aansluiting van de
BBT500H met de MIDI OUT aansluiting van het andere MIDI
apparaat.
* Gebruik een standaard MIDI kabel die niet langer is dan 15 meter. Als
u een langere kabel gebruikt, kunnen er problemen optreden.
MIDI IN
MIDI OUT
Externe MIDI apparatuur
MIDI kabel
BBT500H
achterpaneel
2 Stel het MIDI ontvangstkanaal in op de BBT500H en het MIDI
zendkanaal op het andere MIDI apparaat en zorg ervoor dat beide
met elkaar overeenkomen. (Standaardinstelling: kanaal 1)
* Er kunnen geen MIDI gegevens worden verzonden of ontvangen wan-
neer er op beide toestellen verschillende kanalen zijn ingesteld.
2-1 Houd de [FUNCTION] toets tenminste 3 seconden ingedrukt
tot utL op het display verschijnt) om de Utiliteitsfunctie
te openen.
2-2 Houd de [MANUAL] toets ingedrukt en druk op Geheugen-
toets [3].
Het op dit moment ingestelde MIDI ontvangstkanaal zal op
het display worden aangegeven (na een paar seconden gaat
het display terug naar utL).
3 Maak een Program Change Map* aan. (Standaardinstelling
Program Change nummer: Geheugennummer = 1:1, 2:2, 3:3,
4:4, 5:5, 6:1, 7:2, 8:3 )
* Wat is een Program Change Map?
Een Program Change Map wijst een Program Change nummer (via
MIDI ontvangen) toe aan een Geheugennummer. Wanneer de
BBT500H bijvoorbeeld Program Change Nummer 1 ontvangt van
het aangesloten MIDI apparaat, zal Geheugennummer 3 worden
opgeroepen. Dit wordt ook wel een Program Change Table genoemd.
3-1 Houd de [FUNCTION] toets tenminste 3 seconden ingedrukt
tot utL op het display verschijnt) om de Utiliteitsfunctie
te openen.
3-2 Houd de [MANUAL] toets ingedrukt en druk op Geheugen-
toets [1].
Het op dit moment toegewezen MIDI Program Change Num-
mer zal op het display worden aangegeven (na een paar se-
conden gaat het display terug naar utL).
3-3 Gebruik de Geheugentoetsen [1] en [2] om het MIDI Program
Change Nummer in te stellen (1-128) dat door de BBT500H
ontvangen wordt.
Met Geheugentoets [2] verhoogt u de getoonde waarde, met
Geheugentoets [1] verlaagt u de getoonde waarde.
3-4 Houd de [MANUAL] toets ingedrukt en druk op Geheugen-
toets [2].
Het Geheugennummer dat zal worden opgeroepen wanneer
het bij stap 3-3 ontvangen Program Change Nummer wordt
ontvangen, zal nu op het display verschijnen. (Na een paar
seconden gaat het display terug naar utL).
3-5 Gebruik de Geheugentoetsen [1] en [2] om het Geheugen-
nummer in te stellen (1-5) dat correspondeert met het Pro-
gram Change Nummer dat door de BBT500H ontvangen
wordt.
Met Geheugentoets [2] verhoogt u de getoonde waarde, met
Geheugentoets [1] verlaagt u de getoonde waarde.
3-6 Herhaal indien nodig de stappen 3-2 t/m 3-5.
3-7 Druk op de [FUNCTION] toets om het toestel in de Amp stand
te zetten.
4 Wanneer de BBT500H nu een Program Change Nummer ont-
vangt van de aangesloten MIDI apparatuur, zal het bijbehorende
Geheugennummer zoals zojuist ingesteld worden opgeroepen.
* Raadpleeg de handleiding van de MIDI apparatuur in kwestie voor hoe
u daarmee Program Change gegevens moet zenden en ontvangen.
MIDI ontvangstkanaal
Ontvangen Program
Change Nummer
Geheugennummer
2-3 Gebruik de Geheugentoetsen [1] en [2] om het MIDI
ontvangstkanaal in te stellen (1-16, ALL, oFF).
Met Geheugentoets [2] verhoogt u de getoonde waarde, met
Geheugentoets [1] verlaagt u de getoonde waarde.
* “ALL” is de instelling voor ‘Omni On’. Wanneer u “oFF’ in-
stelt zullen er geen MIDI gegevens kunnen worden ontvangen.