84
* Totale impedantie
Wanneer er twee of meer luidsprekerkasten worden aangesloten
op het toestel, moet u rekening houden met de totale impedantie
van het hele systeem.
Normaal gesproken heeft een luidsprekerkast een impedantie van
4, 8 of 16 Ω. Maar wanneer er twee of meer luidsprekerkasten
samen worden gebruikt, zal de totale impedantie afhangen van de
manier waarop de luidsprekers zijn aangesloten.
● In serie aansluiten
Totale impedantie = 1ste luidspreker + 2e luidspreker + 3e luidspreker …
Als u drie luidsprekerkasten van 4 Ω elk in serie schakelt zoals
hieronder, is de totale impedantie 12 Ω.
Bedieningsorganen en aansluitingenPOST EQ..... Produceert het signaal nadat dit door de toonregeling
is bewerkt. Deze instelling kunt u gebruiken wanneer
u wilt dat de signalen voor de luidsprekers en die voor
de lijnuitgangen dezelfde EQ instellingen hebben.
* De FX LOOP is in werking bij zowel de PRE EQ als bij de POST EQ
instelling.
@0
Luidspreker-simulator schakelaar (SP SIM : OFF/LINE/ON)
Met deze schakelaar kunt u de Luidspreker-simulator aan of uit zetten.
Wanneer de Luidspreker-simulator aan staat, zal deze speciale
schakeling de live-karakteristieken van een luidspreker toevoegen aan
het signaal dat wordt gereproduceerd via de LINE OUT en hoofdtelefoon
aansluitingen. Dit komt van pas wanneer u vervorming wilt krijgen uit
een luidsprekersysteem met een tweeter, of wanneer u de resonantie
van een grote luidspreker en zijn behuizing wilt toevoegen aan een
luidsprekersysteem met alleen maar kleine luidsprekers. Het door de
Luidspreker-simulator geproduceerde signaal is geoptimaliseerd voor
het geselecteerde Geluidstype.
OFF.............. De Luidspreker-simulator is uitgeschakeld voor de LINE
OUT, SPEAKER en PHONES aansluitingen.
LINE............. De Luidspreker-simulator is alleen ingeschakeld voor
de LINE OUT en PHONES aansluitingen.
ON................ De Luidspreker-simulator is ingeschakeld voor de LINE
OUT, SPEAKER en PHONES aansluitingen.
* De Luidspreker-simulator kan alleen worden gebruikt met de LINE OUT
uitgangsaansluiting wanneer de Line uitgangsschakelaar !9 op “POST
EQ” staat.
@1
Uitgangsbegrenzer schakelaar (OUTPUT LIMITER : ON/OFF)
Met deze schakelaar kunt u de uitgangsbegrenzer aan/uit zetten (ON/
OFF). Indien ingeschakeld (ON) zal de begrenzer het signaal onder-
drukken wanneer dit boven de drempel uitkomt voor het naar de
SPEAKER en LINE OUT uitgangsaansluitingen gestuurd wordt.
OFF.............. De begrenzer voor de SPEAKER en LINE OUT uitgangs-
signalen is uitgeschakeld.
ON................ De begrenzer voor de SPEAKER en LINE OUT uitgangs-
signalen is ingeschakeld.
@2 MIDI OUT aansluiting
Verbind deze aansluiting met de MIDI IN aansluiting van externe MIDI
apparatuur die MIDI gegevens kan opslaan (zoals een MIDI data filer
enz.) om de in het geheugen opgeslagen instellingen van de BBT500H
te bewaren. (→ blz. 91: MIDI Bulk Out)
Wanneer MIDI Merge is ingeschakeld (ON), zullen MIDI gegevens die
via de MIDI IN aansluiting van externe MIDI apparatuur worden ontvan-
gen, onveranderd worden doorgegeven via de MIDI OUT aansluiting
(→ blz. 91)
@3 MIDI IN aansluiting
Verbind deze aansluiting met de MIDI OUT aansluiting van een MIDI
voetpedaal enz. om patches (geheugeninstellingen) te kunnen selecte-
ren, het volume te regelen enz. (→ blz. 90)
Ook kunt u op externe MIDI apparatuur opgeslagen geheugeninstellingen
(patches) in het geheugen van de BBT500H laden. (→ blz. 91: MIDI
Bulk In)
@4 Luidspreker-aansluitingen (SPEAKER 1, 2)
Dit toestel is uitgerust met twee luidspreker-aansluitingen voor het aan-
sluiten van luidsprekersystemen. Binnenin het toestel zijn deze twee
aansluitingen parallel geschakeld. Controleer of de luidsprekers die u
wilt gebruiken voldoen aan de onderstaande eisen.
●Bij gebruik van een enkele luidspreker-aansluiting (1 of 2)
Gebruik een systeem dat voldoet aan de volgende voorwaarden.
•
De totale impedantie* van het systeem mag nooit minder zijn dan 2 Ω.
•Een 2 Ω luidsprekersysteem moet een vermogen kunnen ver-
werken van tenminste 500 W.
•Een 4 Ω luidsprekersysteem moet een vermogen kunnen ver-
werken van tenminste 250 W.
•Een 8 Ω luidsprekersysteem moet een vermogen kunnen ver-
werken van tenminste 125 W.
●Bij gebruik van beide luidspreker-aansluitingen (1 en 2)
Gebruik een systeem dat voldoet aan de volgende voorwaarden.
•L’impédance totale* du circuit ne doit jamais être inférieure à 2 Ω.
•Een 4 Ω luidsprekersysteem moet een vermogen kunnen ver-
werken van tenminste 250 W.
•Een 8 Ω luidsprekersysteem moet een vermogen kunnen ver-
werken van tenminste 125 W.
Om verzekerd te kunnen zijn van de beste prestaties van de versterker,
raden we aan dat u een luidsprekersysteem gebruikt dat tenminste 250
W kan verwerken bij een impedantie van 4 Ω op elke SPEAKER aan-
sluiting (1 en 2).
* Alleen voor modellen voor de V.S. en Canada
Ter bescherming tegen storende elektromagnetische
straling dient u de meegeleverde ruisfilters te be-
vestigen aan de kabels waarmee de luidsprekers zijn
aangesloten op de SPEAKER 1, 2 aansluitingen van
de versterker. (→ blz. 92)
@5 Netstroomaansluiting (AC IN)
Sluit hierop het meegeleverde stroomsnoer aan en doe de stekker daar-
van in het stopcontact.
Wanneer u het stroomsnoer aansluit moet u er-
voor zorgen dat de versterker uit staat (hoofd-
schakelaar op OFF).
● Parallel aansluiten
Totale impedantie =
Als u drie luidsprekerkasten van 4 Ω parallel schakelt zoals hieron-
der, is de totale impedantie ongeveer 1,3 Ω.
444
1ste luidspreker 2e luidspreker 3e luidspreker