85

Geluidsregeling

Wanneer de stroom wordt ingeschakeld zullen alle knoppen zo functio-
neren als aangegeven op het paneel en zoals hieronder beschreven.
Alle lampjes boven de knoppen en toetsen zijn uit.
Verdraai de SOUND TYPE knop om een geluidstype te selecteren en ge-
bruik vervolgens de knoppen voor de toonregeling om de weergave aan uw
smaak aan te passen. Voor u een geluidstype selecteert moet u eerst de
knoppen van GAIN t/m TREBLE op hun middenstanden zetten om vanuit
die positie de verschillende geluidstypes te kunnen uitproberen.
Met de COMP knop kan de zogenaamde compressieverhouding wor-
den geregeld. Hierdoor worden onder het spelen automatisch de ver-
schillen tussen de hardste en de zachtste passages in balans gebracht.
Draai deze knop naar rechts om deze compressie groter te maken.

q

qINPUT LEVEL: Stelt het ingangsniveau in.
wSOUND TYPE: Selecteert het geluidstype (11 types)
FLAT........... Heldere weergave met vlakke instellingen voor alle fre-
quenties. Deze instelling werkt ook goed met een contra-
bas of een elektrisch-akoestische bas.
TUBE.......... Helder en warme weergave zoals van een buizen-
versterker. Deze instelling werkt ook goed met een contra-
bas of een elektrisch-akoestische bas.
SOLID......... Vette solid-state versterkerweergave.
R & B.......... Vette R&B weergave.
VINTAGE.... Weergave uit de oude doos, met warme middentonen.
MODERN.... Moderne weergave met rijke tonen aan het ondereind
van het spectrum en heldere tonen bovenin.
CLASSIC.... Rock bas weergave.
HEAVY........ Een zwaarder aangezette weergave dan de CLASSIC
instelling.
DRIVE......... Overdrive bas weergave.
DIST ...........Bas weergave met vervorming.
FUZZ ..........Fuzz bas weergave.
eCOMP: Compressieverhouding (1.0 tot , 16 stappen)
Hiermee worden zowel de compressieverhouding als het uitgangsniveau ge-
regeld. Naarmate de ingestelde waarde toeneemt zal de mate waarin signalen
boven de drempelwaarde worden gecomprimeerd ook toenemen. ( blz. 88)
rGAIN: Voorversterking (0 t/m 10, in stappen van 0,1)
tMASTER: Hoofdvolume (0 t/m 10, in stappen van 0,1)
yBASS: Lage frequenties (-15 dB t/m +15 dB, in stappen van 0,2 dB)
u
LOW MID: Lage middenfrequenties (-15 dB t/m +15 dB, in stappen van 0,2 dB)
iMIDDLE: Middenfrequenties (-15 dB t/m +15 dB, in stappen van 0,2 dB)
o
HIGH MID: Hoge middenfrequenties (-15 dB t/m +15 dB, in stappen van 0,2 dB)
!0TREBLE: Hoge frequenties (-15 dB t/m +15 dB, in stappen van 0,2 dB)
!1OUTPUT: Stelt het uitgangsniveau is.

Geluid produceren

1 Zet eerst de hoofdschakelaar uit (OFF) en sluit vervolgens uw
bas aan op de INPUT aansluiting op het voorpaneel.
2 Draai de OUTPUT knop helemaal naar links en zet de hoofd-
schakelaar dan pas aan (ON).
Om de luidsprekers te beschermen moet u tel-
kens de OUTPUT knop op “0” zetten wanneer
u de POWER hoofdschakelaar op ON of OFF
zet.
Handleiding: instructies

w e r t y u i o !0 !1

3 Zet de INPUT LEVEL knop om te beginnen in de 12-uur stand,
bespeel de bas en stel geleidelijk de GAIN, MASTER en OUT-
PUT knoppen in om de geluidsweergave naar wens te regelen.
4 Wanneer het systeem eenmaal geluid aan het produceren is,
kunt u het ingangsniveau instellen zoals hieronder beschre-
ven bij “Regelen van het ingangsniveau”.
Zet de knop zo dat de rode indicator
net niet oplicht.

Regelen van het ingangsniveau

Met de INPUT LEVEL knop kunt u het signaal dat ontvangen wordt van
uw bas afstemmen op de eisen van deze versterker zodat u een rijke
toonschaal en een groot dynamisch bereik verkrijgt. Een slecht afge-
steld ingangsniveau leidt tot ruis, rondzingen, schelle weergave enz.
* Omdat het uitgangsniveau per instrument verschilt, zult u het ingangs-
niveau elke keer moeten aanpassen aan het uitgangsniveau wanneer u van
instrument verandert.
1 Zet de volumeregeling van uw bas helemaal open (max.) en
speel luid terwijl u de INPUT LEVEL knop verdraait. Wanneer
de groene indicator oplicht is de optimale instelling bereikt.
2 Blijf de INPUT LEVEL knop naar rechts draaien, maar zorg er-
voor dat de rode indicator niet oplicht. Draai de knop zo ver
mogelijk naar rechts zonder de rode indicator op te laten lich-
ten.

TIP Gebruiken van de OUTPUT en MASTER instellingen

U kunt het algehele volume met beide knoppen instellen, maar de MAS-
TER knop regelt het hoofdvolume van de voorversterker en deze in-
stelling wordt in het geheugen opgeslagen. De OUTPUT knop regelt
het uitgangsvolume van de eindversterker en deze instelling wordt niet
in het geheugen opgeslagen. Gebruik de MASTER knop om aparte
volume-instellingen op te slaan in de patches onder de geheugentoetsen
en gebruik de OUTPUT knop om het uiteindelijke volume zoals gepro-
duceerd door de luidsprekers te regelen.