Voices selecteren en bespelen

Variaties aanbrengen in het geluid — [VARIATION] (CLP-370/340)/[BRILLIANCE]/[REVERB]/[EFFECT]/ [DAMPER RES.]

Knoppen [–/NO]

[VARIATION]-knop

Knop [DAMPER

[+/YES]

 

 

[REVERB],

 

 

 

RES.]

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

knop

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

CLP-370

KnopKnop [BRILLIANCE] [EFFECT]

NEDERLANDS

[VARIATION] (CLP-370/340)

Laat u een ander aspect van het effect wijzigen, afhankelijk van het geselecteerde type. Raadpleeg de 'Presetvoicelijst' op pagina 92 voor meer informatie over de karakteristieken van elke variatie.

Procedure

U kunt de variatie aan- en uitzetten door op de [VARIATION]-knop of de geselecteerde voiceknop te drukken.

De indicator licht op (ON) als [VARIATION] is ingeschakeld.

[BRILLIANCE]

Deze knop kan worden gebruikt om de klankkleur of het timbre van het uitgangsgeluid te wijzigen.

BRIGHT: Heldere klank

NORMAL: Standaardklank

MELLOW: Zachte en warme klank

Procedure

Als u een klanktype wilt selecteren, drukt u een paar keer op de knop [BRILLIANCE] tot de indicator voor het gewenste type oplicht (de indicators lichten beurtelings op, elke keer als u op de knop [BRILLIANCE] drukt). Er zijn vijf klanktypen beschikbaar. Als twee naast elkaar gelegen indicatoren oplichten, wordt het type geselecteerd dat tussen de twee aangegeven typen inligt. Als bijvoorbeeld zowel NORMAL als MELLOW oplicht, wordt de klankinstelling tussen NORMAL en MELLOW geselecteerd.

Deze parameter is van invloed op het totale geluid van het instrument.

[REVERB]

Met deze regelaar kunt u verscheidene digitale reverbeffecten selecteren die extra diepte en expressie aan het geluid kunnen toevoegen om zo een realistische akoestische ambiance te creëren.

OFF: Als er geen reverb-effect is geselecteerd, is er geen REVERB-indicator aan.

ROOM: Deze instelling voegt een reverb-effect aan het geluid toe dat overeenkomt

met het type akoestische nagalm die u in een kamer zou horen. HALL 1: Voor een 'groter' reverbgeluid gebruikt u de instelling HALL 1.

Dit effect bootst de natuurlijke akoestiek van een kleine concertzaal na. HALL 2: Voor een echt ruimtelijk reverbgeluid gebruikt u de instelling HALL 2.

Dit effect bootst de natuurlijke akoestiek van een grote concertzaal na. STAGE: Hiermee wordt de reverb van een podiumomgeving nagebootst.

OPMERKING

Normale instelling = OFF

TERMINOLOGIE

Normale instelling:

De 'Normale instelling' verwijst naar de standaardinstelling (fabrieksinstelling) die van kracht is als de Clavinova voor het eerst wordt aangezet.

OPMERKING

Het linkerpedaal kan worden toegewezen aan het aan- of uitzetten van de variatie via de functie 'Linkerpedaalmodus', die wordt beschreven op pagina 66.

OPMERKING

Normale instelling = NORMAL

OPMERKING

Als BRILLIANCE is ingesteld op BRIGHT, klinkt het totale geluid enigszins harder. Als MASTER VOLUME op een hoog niveau is ingesteld, kan het geluid vervormd raken. Als dit het geval is, verlaagt u het niveau voor

MASTER VOLUME.

OPMERKING

Het standaard reverb-type (inclusief UIT) en de diepte- instellingen zijn voor elke voice verschillend.

OPMERKING

Als de knop [REVERB] wordt losgelaten, verandert het reverbtype.

Als u de reverbdiepte hebt gewijzigd, verandert het reverbtype niet als u de knop [REVERB] loslaat.

22CLP-370/340/330, CLP-S308/S306 Gebruikershandleiding