Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]

F3. Functies in de duale modus

U kunt verscheidene parameters instellen voor de duale modus om zo de instellingen voor de songs die u speelt te optimaliseren. Zo kunt u bijvoorbeeld de volumebalans aanpassen tussen twee voices.

Functie-instellingen voor de duale modus worden voor elke voicecombinatie afzonderlijk ingesteld.

1.Selecteer de voices in de duale modus,activeer de functiemodus en selecteer .

2.Druk op de knop [+/YES] om de submodus van de functie in de duale modus te activeren en gebruik vervolgens de knoppen [TEMPO/ FUNCTION , ] om de gewenste submodus te selecteren. Druk op de knop [–/NO] [+/YES] om de waarden toe te wijzen.

OPMERKING

Als de duale modus niet is geactiveerd, wordt

weergegeven in plaats van en kunt u de functies van de duale modus niet selecteren.

In dit geval kunt u naar de duale modus schakelen door twee voices te selecteren.

Submodus

Duale balans

 

 

Instelbereik:

0 - 20 (De instelling '10' produceert

 

 

 

 

 

een gelijke balans tussen de twee

 

 

 

 

 

voices in de duale modus.

 

 

 

 

 

Instellingen onder de '10' verhogen

 

 

 

 

 

het volume van de 2e voice ten

 

 

 

 

 

opzichte van de 1e voice, en

 

 

 

 

 

instellingen boven de '10' verhogen

NEDERLANDS

 

 

 

 

het volume van de 1e voice ten

 

 

 

 

opzichte van de 2e voice.)

 

 

 

 

 

 

 

Normale instelling:

 

 

 

 

 

Anders voor elke voice combinatie.

 

 

U kunt één voice instellen als de hoofdvoice en een

 

 

andere voice als een zachtere, bijgemengde voice.

 

 

 

 

Ontstemming in de duale modus

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Instelbereik:

-20 – 0 – 20 (Bij positieve waarden

 

 

 

 

 

wordt de toonhoogte van voice 1

 

 

 

 

 

verhoogd en de toonhoogte van

 

 

 

 

 

voice 2 verlaagd. Bij negatieve

 

 

 

 

 

waarden wordt de toonhoogte van

 

 

 

 

 

voice 1 verlaagd en de toonhoogte

 

 

 

 

 

van voice 2 verhoogd.)

OPMERKING

Het beschikbare instellingsbereik is groter in het lagere lager bereik (± 60 cents voor A-1), en kleiner in het hoge bereik (± 5 cents voor C7). (100 cents komt overeen met één halve toon.)

Normale instelling:

Anders voor elke voice combinatie.

Ontstem voice 1 en voice 2 in de duale modus om een voller geluid te creëren.

Octaafverschuiving voice 1

Octaafverschuiving voice 2

Instelbereik:

–1, 0, 1

Normale instelling:

Anders voor elke voice combinatie.

U kunt afzonderlijk voor voice 1 en 2 de toonhoogte verhogen en verlagen in stappen van een octaaf. Afhankelijk van welke voices u combineert in de duale modus, kan de combinatie beter klinken als een van de voices een octaaf omhoog of omlaag wordt verschoven.

Effectdiepte voice 1

Effectdiepte voice 2

Instelbereik:

0 – 20

Normale instelling:

Anders voor elke voice combinatie.

Deze functies maken het mogelijk om de diepte van het effect voor de 1e en de 2e voice in de duale modus afzonderlijk in te stellen. (De instellingen voor de effectdiepte kunnen alleen worden gewijzigd als [EFFECT] op AAN staat. De functiemodus moet worden verlaten voordat [EFFECT] kan worden aangezet.)

• 'Voice 1' en 'Voice 2' worden uitgelegd op pagina 26.

Herstellen

Deze functie herstelt de standaardwaarden van alle functies in de duale modus. Druk op de knop [+/YES] om de waarden te herstellen.

OPMERKING

SNELLE MANIER:

U kunt direct naar de functies van de duale modus springen door op de knop [TEMPO/FUNCTION] te drukken, terwijl u de twee voiceknoppen voor de duale modus ingedrukt houdt.

Als u de functiemodus wilt verlaten, drukt u op de knop [TEMPO/ FUNCTION] zodat de indicator TEMPO oplicht.

64CLP-370/340/330, CLP-S308/S306 Gebruikershandleiding