9
Houd de toets ingedrukt om doorlopend door de pagina’s te bladeren.
Als u [SHIFT] ingedrukt houdt terwijl u op [PAGEs] drukt, schakelt u
de drumvoice uit tijdens afspelen (functie Rhythm Mute).
Als u [SHIFT] ingedrukt houdt terwijl u op [PAGEt] drukt, dan geeft u
de tempo-instelling van de song weer (p. 20).
!8 Selectietoetsen [SEL<, SEL>]
Met deze toetsen verplaatst u de cursor.
Houd [SHIFT] ingedrukt terwijl u op [SEL>] drukt om naar de functie
Groove Check te gaan (p. 19).
@0 MIDI IN/OUT-aansluiting
Deze aansluitingen worden gebruikt voor de transmissie en de ontvangst
van MIDI-gegevens naar en van externe MIDI-apparaten.
Door externe MIDI-apparaten aan te sluiten, breidt u de functie van de
DTXPRESS III uit.
@1 Schakelaar voor demping van invoer
(INPUT ATTENUATION)
Hiermee wordt voor alle trigger-aansluitingen de waarde ingesteld voor
Input Attenuation (1 KICK-6 RIDE). U vermindert de demping door de
schakelaar in de lage stand (L) te zetten. U verhoogt de demping door de
schakelaar in de hoge stand (H) te zetten. Hierdoor stelt u het invoerniveau
af op de specificatie van de pads en de trigger-sensoren die zijn aangeslo-
ten op de DTXPRESS III. (p. 10)
@2 Trigger-aansluiting (1 KICK-8HI HAT)
Deze aansluitingen dienen voor de pads en de triggers. Sluit de pads aan
volgens de aanduiding onder de verschillende ingangen. (p. 10)
De ingangsaansluitingen 1-8 zijn geschikt voor pads met schakelaars (switch
type), terwijl de ingangen 2, 6, en 7 ook geschikt zijn voor 3-zone pads.
@3 Trigger-aansluiting (9 CRASH2/10)
Via deze aansluiting wordt een pad aangesloten op de DTXPRESS III. De
L van de stereoaansluiting correspondeert met ingang 9 en de R corres-
pondeert met ingang 10. Door twee pads via een stereoplug, zoals de los
verkrijgbare Yamaha CO4Y enz., te v erbinden, is invoer van twee triggers
mogelijk. Als u over een monoplug beschikt, kan alleen ingang 9 worden
gebruikt.
@4 Aansluiting hi-hatcontroller (HI HAT CONTROL)
Hierop wordt een hi-hatcontroller aangesloten (p. 10).
Achterpaneel
* Gebruik een kabel met een stereostekker (zoals hieronder afge-
beeld) wanneer u een hi-hatcontroller aansluit.
Bedieningselementen en functies
@0 @1
@3
@2
@4 @5 @6 @7 @8 @9
@5 Selectieschakelaar voor host
(HOST SELECT Mac/PC-1/PC-2/MIDI)
Stel de schakelaar in volgens het type computer dat is aangesloten op TO
HOST-aansluiting @6. Bij gebruik van de MIDI-aansluiting zet u de scha-
kelaar in de stand “MIDI” (p. 14, 28).
@6 TO HOST-aansluiting
Via deze aansluiting wordt een computer met een seriële kabel aangeslo-
ten op de DTXPRESS III. Gebruik altijd een kabel die compatibel is met
het type computer dat u gebruikt (p. 28).
@7 OUTPUT-aansluiting (OUTPUT L/MONO, R)
Via deze aansluitingen wordt de DTXPRESS III aangesloten op een ex-
terne versterker, een extern mengpaneel, enzovoort. Voor afspelen in
monoweergave gebruikt u de L/MONO-aansluiting. Voor stereoweergave
gebruikt u aansluitingen L en R.
@8 Aansluiting voor netsnoer (DC IN 12V)
Hierop sluit u een netvoedingsadapter aan voor de stroomvoorziening.
Bevestig het snoer aan de snoerhaak @9 om te voorkomen dat de adapter
per ongeluk losraakt.
@9 Snoerhaak
Voorkomt dat het netsnoer per ongeluk losraakt (p. 15).
Dubbele isolatieringen
!9 Waardetoetsen (VALUE, V ALUE+)
Hiermee wijzigt u de gegevenswaarde die u met de cursor hebt geselec-
teerd. Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de waarde doorlopend ver-
anderen.
Houd [VALUE+] ingedrukt en druk op [VALUE–] om de waarde steeds
met 10 te verhogen.
Houd [VALUE–] ingedrukt en druk op [VALUE+] om de waarde steeds
met 10 te verlagen.