De tuner gebruiken

Netherlands

Cijfertoetsen

1

SELECT +, –

STANDBY/ON

SLEEP

AUX

FM MODE FM /AM

CD1 CD2 CD3 CD

REPEAT PROGRAM /RANDOM

TAPE A TAPE B

SELECT RDS MODE DISPLAY MODE

SOUND

MODE

FADE

RHYTHM AX MUTING

VOLUME

REMOTE CONTROL

FM/AM

SET

FM-MODE

 

 

¡

FM/AM

 

 

 

 

22

¢

DISPLAY ¡

4

MODE

 

 

RDS MODE

Banddisplay, frequentiedisplay, geprogrammeerd kanaal

RDS-indicaties

Indicators FM-stand

*Wanneer het systeem wordt gebruikt, toont dit display ook andere items.

Ter vereenvoudiging tonen we hier alleen de items die in dit hoofdstuk worden beschreven.

U kunt naar FM- en AM (MG)-zenders luisteren. U kunt handma- tig, automatisch of vanuit een geprogrammeerd geheugen afstem- men op zenders.

Voordat u naar de radio gaat luisteren:

Zorg ervoor dat zowel de FM- als de AM (MG)-antennes cor- rect zijn aangesloten. (Zie pagina’s 4 en 5).

Eéntoetsbediening radio

Druk gewoon op de FM/AM-toets om het systeem in te schakelen en naar het station te luisteren waarop u het laatst hebt afgestemd.

U kunt van een andere geluidsbron naar de radio overschakelen door op de FM/AM-toets te drukken.

Op een station afstemmen

1Druk op de FM/AM-toets.

De band en frequentie waarop u het laatst hebt afgestemd, verschijnen in het display.

(indien het laatst beluisterde station was geselecteerd via een programmanummer, verschijnt eerst het programmanummer.) Elke keer als u op de toets drukt, wisselt de band tussen FM en AM (MG).

FM /AM

of

op het toestel op de afstandsbediening

2Selecteer een zender met behulp van een van de volgende methoden.
Handmatig afstemmen

Drukt kort op de 22- of ¡-toets op het toestel om van frequentie

naar frequentie te springen tot u de gewenste zender vindt.

OF

Automatisch afstemmen

Als u de 22- of ¡-toets 1 seconde of langer ingedrukt houdt en vervolgens loslaat, verandert de frequentie automatisch omhoog of

omlaag totdat een station is gevonden.

OF

Geprogrammeerd afstemmen (alleen mogelijk nadat zenders zijn geprogrammeerd)
Geprogrammeerd afstemmen met behulp van het toestel:

Selecteer het gewenste programmanummer met behulp van de 4- of ¢-toets.

Voorbeeld:

Druk op de ¢-toets tot het programmanummer “P12” in het display verschijnt. Dus wordt in het display de band en frequentie van het programmanummer getoond.

Geprogrammeerd afstemmen met behulp van de afstandsbediening:

Voer het gewenste programmanummer in met behulp van de cijfertoetsen. Zie “Het nummer met de afstandsbediening invoeren” op pagina 8.

Voorbeeld:

Druk op +10, vervolgens op 2 om het programmanummer 12 op te roepen. Dus wordt in het display de band en frequentie van het programmanummer getoond.

9