52 NE BEWERKEN

DV dubben

Als u op ON SCREEN drukt terwijl het kanaal op ADVB is ingesteld,

verschijnt het volgende beeldschermmenu voor DV-dubbing.

U kunt programma’s van een op het apparaat aangesloten camcorder of DV-apparatuur via een DV-kabel dubben. Met de afstandsbediening van dit apparaat kunt u de functies van de aangesloten camcorder of DV-apparatuur tijdens het dubben gedeeltelijk bedienen.

OPMERKINGEN:

Gebruik de DV-kabel VC-VDV 204U om de verbinding tot stand te brengen.

Wanneer u een pc aansluit op een [DV IN]-aansluiting kunnen wij de normale werking van dit apparaat niet garanderen.

Uw apparaat

DV DUBBEN

 

AUDIO 1

DV

DV

1

2

 

 

A B C

ADV-dubbingcontroller

Als dit merkteken niet verschijnt, controleer dan of de DV- apparatuur op het apparaat is aangesloten.

BKnop voor automatisch capturen

Kies deze knop om het dubben te starten of te pauzeren. Als u op ENTER drukt terwijl het DV-apparaat in pauzestand geschakeld is, wordt preroll-editing* geactiveerd, een techniek die dubben met een uiterst accurate starttijd mogelijk maakt. Wanneer u de DV-apparatuur niet via het apparaat kunt bedienen (zoals in camerastand), ga dan verder met normaal afspelen (A pag. 33).

 

* Preroll-editing betreft het afspelen nadat de DV-band iets is

 

teruggespoeld. (Bij DV-apparaten die de –1x standaardsnelheid niet

 

ondersteunen, is de terugspoeltijd soms langer.)

 

C Schakelaar voor geluidscontrole

 

Voor het kiezen van de gewenste geluidsformattering voor

 

dubben.

Naar [DV IN]

1 Sluit een camcorder of DV-apparaat aan op de [DV IN]-

 

 

aansluiting op het frontpaneel van het apparaat.

2 Druk op PR +/– om het kanaal in te stellen op ADVB. Het beeldschermmenu voor DV-dubben verschijnt.

Camcorder

DV-kabel

(VC-VDV 204U)

(niet meegeleverd)

DV-aansluiting

DV-apparatuur

3Druk een paar keer op REC MODE om de opnamestand in te stellen.
4Zoek het punt vanwaar u het dubben wilt starten en stop of

onderbreek het afspelen vervolgens door op de volgende knoppen van de afstandsbediening te drukken: I, N, O, o en W.

Als u vertraagd wilt afspelen (1/10 van de normale snelheid), drukt u eerst op W om het afspelen te onderbreken en vervolgens drukt u op O of N.

Als u beeld-voor-beeld wilt afspelen, drukt u op W om het

afspelen tijdelijk te onderbreken en vervolgens drukt u een paar keer op W. Elke keer dat u op W drukt, wordt het volgende beeld weergegeven.

Om de afspeelrichting te wijzigen, drukt u op O of N.

5Druk op de keuzetoetsen om te selecteren en druk vervolgens een paar keer op ENTER tot het gewenste geluidsspoor op het beeldscherm verschijnt.

AUDIO 1:

Selecteer deze optie als u het oorspronkelijke stereogeluid wilt opnemen dat wordt weergegeven met de aangesloten DV- apparatuur.

AUDIO 2:

Selecteer deze optie als u het gedubde stereogeluid wilt opnemen dat wordt weergegeven met de aangesloten DV- apparatuur.

MIX:

Selecteer deze optie om het geluid van zowel AAUDIO 1B als AAUDIO 2B op te nemen.

Deze opties zijn niet beschikbaar als het bronprogramma is opgenomen in de stand 16BIT (48 kHz).

6Druk op de keuzetoetsen om te selecteren en druk vervolgens op ENTER. Het dubben start.

Het afspelen via de externe DV-apparatuur en het opnemen op het apparaat moeten tegelijk beginnen.

Om het dubben te pauzeren, drukt u op de keuzetoetsen om

te selecteren en vervolgens drukt u op ENTER. Zowel het apparaat als de externe DV-apparatuur pauzeren met dubben.

Om het dubben te hervatten, drukt u op de keuzetoetsen om
te selecteren en vervolgens drukt u op ENTER.
7Druk op o om het dubben te stoppen.
Het apparaat en de externe DV-apparatuur stoppen beide met dubben.