30 NE OPNAMEFUNCTIES

SNAPSHOT

MMENU/VOL.

Aan/uit-knop

Blokkeerknop

VIDEO/MEMORY (alleen GR-D93/73)

Wipe- of fade-effecten

BELANGRIJK:

Sommige wipe-/fade-effecten kunnen in bepaalde standen van Programma AE met speciale effecten niet worden gebruikt. (Zie de rechter kolom.) Als u een niet-bruikbaar wipe-/fade-effect selecteert, knippert de aanduiding ervan in het blauw of dooft de aanduiding.

Met behulp van deze effecten kunt u professioneel ogende beeldovergangen maken. Gebruik deze effecten om de overgang van scène naar scène wat meer pit te geven.

U kunt een wipe- of fade-effect toepassen wanneer u een video-opname start of beëindigt.

1 Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY op “VIDEO”. (alleen GR-D93/73)

2 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop ingedrukt en zet de aan/uit-knop op “M”.

3 Open de LCD-monitor volledig. ( blz. 12)

4 Stel “v” in op de gewenste stand. ( blz. 24)

Het menu WIPE/FADER verdwijnt en het effect is opgeslagen.

De aanduiding van het geselecteerde effect verschijnt.

5 Druk op de start-/stopknop voor opnemen om Fade- in/out of Wipe-in/out te activeren.

Het geselecteerde effect uitschakelen

Selecteer “OFF” in stap 4. De effectaanduiding verdwijnt.

OPMERKING:

U kunt de lengte van een wipe of fade vergroten door de start/stop-knop voor opnemen in te drukken en ingedrukt te houden.

WIPE/FADER

FADER–BLACK: Fade-in of fade-out met een zwart scherm.

FADER–B.W: Fade-in vanuit een zwartwitscherm naar een kleurenscherm, of fade-out van kleur naar zwartwit.

WIPE–CORNER: Een wipe-in op een zwart scherm vanuit de rechterboven- naar de linkerbenedenhoek, of een wipe-out van de linkerbeneden- naar de rechterbovenhoek met als resultaat een zwart scherm.

WIPE–WINDOW: De scène begint in het midden van een zwart scherm, waarna er een wipe-in naar de hoeken plaatsvindt; of een wipe-out geleidelijk vanuit de hoeken naar het midden.

WIPE–SLIDE: Wipe-in van rechts naar links of wipe-out van links naar rechts.

WIPE–DOOR: Wipe-in waarbij de twee helften van een zwart scherm respectievelijk naar links en rechts wegtrekken, waardoor de scène zichtbaar wordt; of een wipe-out waarbij een zwart scherm vanaf links en rechts de scène geleidelijk helemaal afdekt.

WIPE–SCROLL: Wipe-in van de scène vanaf de onderkant naar de bovenkant van een zwart scherm of een wipe-out van boven naar onder, waardoor een zwart scherm ontstaat.

WIPE–SHUTTER: Wipe-in vanaf het midden van een zwart scherm in de richting van de boven en onderkant; of wipe-out vanaf de boven- en onderkant naar het midden toe, waardoor een zwart scherm ontstaat.

Programma AE met speciale effecten

BELANGRIJK:

Sommige standen van Programma AE met speciale effecten kunnen niet in combinatie met bepaalde wipe-/fade-effecten worden gebruikt. (Zie de linker kolom.) Wanneer een niet- bruikbare functie wordt gekozen, zal de indicator van Program AE with Special Effects knipperen of uitgaan.

1 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop ingedrukt en zet de aan/uit-knop op “M”.

2 Open de LCD-monitor volledig. ( blz. 12)

3 Stel “r” in op de gewenste stand. ( blz. 24)

Het menu PROGRAM AE verdwijnt en het gekozen effect wordt geactiveerd.

De aanduiding van het geselecteerde effect verschijnt.

Het geselecteerde effect uitschakelen

Selecteer “OFF” in stap 3. De effectaanduiding verdwijnt.

OPMERKINGEN:

Programma AE met speciale effecten kunt u tijdens het opnemen of in de stand Opnamestand-by wijzigen.

Sommige standen van Programma AE met speciale effecten kunnen in de stand Night-Scope niet worden gebruikt.

OFF: Hiermee schakelt u de functie uit. (fabrieksinstelling)

FADER–WHITE: Fade-in of fade-out met een wit scherm.