5.2 Automatische omschakeling naar de flitssynchronisatietijd
Afhankelijk van het type camera en de daarop ingestelde
functie wordt, zodra de flitser gebruiksklaar is, de belich-
tingstijd van de camera automatisch naar de flitssynchroni-
satietijd omgeschakeld (zie de gebruiksaanwijzing van de
camera).
Kortere belichtingstijden dan de flitssynchronisatietijd kun-
nen niet worden ingesteld, c.q. worden naar de flitssynchro-
nisatietijd omgeschakeld. Sommige camera’s beschikken
over een bereik aan flitssynchronisatietijden, bijv. van
1/30s. tot 1/125 s. (zie de gebruiksaanwijzing van de
camera). Welke flitssynchronisatietijd de camera dan stuurt,
hangt dan af van de op de camera ingestelde functie, van
de omgevingshelderheid en van de brandpuntsafstand van
het op de camera gebruikte objectief.
Langere belichtingstijden dan de flitssynchronisatietijd kun-
nen, afhankelijk van de camerafunctie wél worden gebruikt.
5.3 Aanduiding van de belichtingscontrole
Als de opname correct werd belicht, licht de aanduiding van
de belichtingscontrole “o.k.” op de mecablitz korte tijd op!
Als de aanduiding van de belichtingscontrole niet oplicht
werd de opname te krap belicht en moet u het eerstvolgend
lagere diafragmagetal instellen (bijv. in plaats van diafrag-
ma 11 diafragma 8) of de afstand tot het onderwerp, of bij
indirect flitsen tot het reflecterende vlak, verkleinen en de
opname herhalen.
5.4 Aanduidingen in de zoeker van de camera
De aanduidingen in de zoeker van uw camera kunnen
van de onderstaande beschrijving afwijken, c.q. bij
sommige camera’s zijn verschillende symbolen alleen
bij bepaalde cameratypen mogelijk (zie de gebruiks-
aanwijzing van de camera)!
5.4.1 mecablitz 36 AF-4 C
• Flitssymbool knippert:
Gebruik van de flitser wordt aanbevolen.
55
ń
707 47 0178.A2 36AF-4-CNOPS 05.06.2008 8:29 Uhr Seite 55