52
ń
Het deactiveren van de functie van Remote-slaafflitser:
• Bij de op de camera aangebrachte flitser de Remote-functie ('Wireless', c.q.
'WL') deactiveren, door hem naar de normale flitsfunctie om te schakelen.
• Tip de ontspanknop op de camera even aan, zodat er een uitwisseling tussen
camera en flitser plaats kan vinden. De flitser wordt hierbij automatisch in de
normale flitsfunctie teruggezet. In het display van de flitser wordt de aandui-
ding SL gewist.
De functie van Remote-slaafflitser kan ook zonder camera geactiveerd en
gedeactiveerd worden (mogelijkheid 2)
• Druk zo vaan op de toetscombinatie 'Select', dat in het display SL knippert.
Stel met de toetsen ( + ) en ( - ) de gewenste instelling in.
• Bij de aanduiding On is de functie van Remote-slaafflitser geactiveerd.
• Bij de aanduiding OFF is de functie van Remote-slaafflitser geactiveerd.
De instelling treedt onmiddellijk in werking. Na ong. 5 seconden houdt de aan-
duiding op te knipperen en wordt de instelling automatisch opgeslagen. Na het
activeren van de functie van Remote-slaafflitser wordt in het display SL aangege-
ven.
Het instellen van de Remote-functie
Door de Sony-Remote-functie worden zowel de flitsfuncties TTL en manual M, als
ook de synchronisatie bij korte belichtingstijden HSS ondersteund. De keuze van
de Remote-functie vindt plaats met de toets 'Mode'.
Druk daarvoor zo vaak op de toets 'Mode', dat in het display het symbool voor
de gewenste Remote-functie TTL, c.q. M knippert.
De instelling treedt onmiddellijk in werking. Na ong. 5 seconden houdt de aan-
duiding op te knipperen en wordt de instelling automatisch opgeslagen.
In de Remote-flitsfunctie 'SL' is de synchronisatie bij korte belichtingstijden
HSS (TTL HSS, c.q. M HSS) niet op de slaafflitser in te stellen. De synchro-
nisatie bij korte belichtingstijden wordt op de slaafflitser bij het afflitsen
indien nodig automatisch voor de duur van de opname geactiveerd als
☞
op de camera een belichtingstijd ingesteld werd, die korter is dan de flits-
synchronisatietijd van de camera (zie de gebruiksaanwijzing van de
camera)!
Op de camera zijn in de Remote-functie alleen kortere belichtingstijden dan de
flitssynchronisatietijd in te stellen als de flitser zich niet op de camera bevindt en
de camera in de Remote-functie 'WL' (wireless) geschakeld is.
In de Remote-functie Manuell M kan voor het aanpassen van de hoeveelheid
flitslicht een deelvermogen worden ingesteld:
• Druk zo vaak op de toetscombinatie 'Select', dat in het display P en het met de
hand ingestelde deelvermogen knippert
• Stel met de toetsen ( + ) en ( - ) de gewenste instelling in. Instellingen van P
1/1 (vol flitsvermogen) tot P 1/128 zijn mogelijk.
De instelling treedt onmiddellijk in werking. Na ong. 5 seconden houdt de instel-
ling op te knipperen en wordt de instelling automatisch opgeslagen. Na het
instellen van een deelvermogen knippert in het display EV en toont daarmee
aan, dat een deelvermogen ingesteld is.
Het ingestelde deelvermogen kan door herhaald drukken op de toetscom-
binatie 'Select' opgeroepen, c.q. aangegeven worden. De keuze van het
deelvermogen kan dan aansluitend met de toetsen ( + ) en ( - ) worden
veranderd.
Instelling van het Remote-kanaal
Verschillende Remote-systemen in één ruimte kunnen elkaar onderling storen.
Om dat tegen te gaan staan u vier onafhankelijke Remote-kanalen (CH 1, 2, 3
of 4) ter beschikking.
Druk, als de Remote-slaaffunctie geactiveerd is, zo vaak op de toetscombinatie
'Select', dat in het display CH (= Remote-kanaal) knippert. Met de toetsen ( + )
en ( - ) stelt u de gewenste instelling in. U kunt kiezen uit de kanalen 1, 2, 3 of 4.
De instelling treedt onmiddellijk in werking. Na ong. 5 seconden houdt de instel-
ling op te knipperen en wordt de instelling automatisch opgeslagen.
☞
707 47 0151.A1 Inh. 48 AF-1Sony 26.11.2007 10:32 Uhr Seite 52