53
ń
De controller- en slaafflitsers die bij een zelfde Remote-systeem horen moeten
alle op hetzelfde kanaal worden ingesteld. De instelling van het Remote-kanaal
op de controller (de in de camera ingebouwde flitser) vindt automatisch plaats
bij een uitwisseling van gegevens, als de slaafflitser zich op de camera bevindt
en de ontspanknop op de camera even wordt aangetipt.
Na het activeren van de Remote-slaaffunctie worden in het display SL, de geko-
zen Remote-flitsfunctie, de verlichtingshoek van de reflector en het Remote-
kanaal (CH) aangegeven. Als met de hand een deelvermogen werd ingesteld
knippert bovendien EV.
In de Remote-slaaffunctie vindt er geen aanduiding van de reikwijdte
plaats!
De hoofdreflector van de flitser wordt in de Remote-slaaffunctie automatisch
naar de stand van 24 mm gestuurd om een zo breed mogelijke verlichtingshoek
op te leveren. De stand van de hoofdreflector kan, indien gewenst, met de hand
worden veranderd (zie 9.1).
Het testen van de Remote-flitsfunctie
• Neem de slaafflitser van de camera af en klap het in de camera ingebouwde
flitsapparaat open.
•
Zet de slaafflitser zoals u hem voor de latere opname wilt plaatsen. Gebruik voor
het neerzetten van de slaafflitser een flitsvoetje W-F127 (Accessoire; zie 17).
• Wacht tot de slaafflitser en de flitser in de camera opgeladen zijn. Als bij de
slaafflitser de condensator opgeladen is, knippert zijn AF-meetflits .
• Ontsteek met de cameraflitser een proefflits, bijv. Met de AEL-toets (afhankelijk
van het type camera; zie de gebruiksaanwijzing van de camera).
• De slaaf flitser antwoord met een in tijd iets vertraagde proefflits. Als de slaaf-
flitser geen proefflits afgeeft, corrigeer dan de stand van de slaafflitser zodat
deze het licht van de controllerflitser goed kan ontvangen, c.q. verklein de
afstand tussen controller- en slaafflitser.
• Na succesvol proefflitsen kunt u met de opnamen beginnen.
��
9.3 Automatische uitschakeling De automatische uitschakeling van het apparaat kan zo worden ingesteld, dat
deze na 10 minuten of na 1 minuut in werking treedt, c.q. gedeactiveerd wordt.
Het instellen
• Druk zo vaak op de toetscombinatie ‘Select’, dat het kloksymbool knippert.
Stel met de toetsen ( + ) en ( - ) de gewenste instelling in.
• Bij de aanduiding ‘10 min’ is de automatische uitschakeling geactiveerd en het
gebeurt na 10 minuten.
• Bij de aanduiding ‘1 min’ is de automatische uitschakeling geactiveerd en het
gebeurt na 1 minuut.
• Bij de aanduiding ‘OFF’ is de automatische uitschakeling gedeactiveerd.
De instelling treedt onmiddellijk in werking. Na ong. 5 seconden houdt de aandui-
ding op te knipperen en wordt de instelling automatisch opgeslagen. Na het active-
ren van de automatische uitschakeling wordt in het display aangegeven.
9.4 Instellicht ( ‘ML’)Bij het instellicht (ML = Modelling Light) gaat het om stroboscopisch flitslicht met
een hoge frequentie. Bij een duur van ong. 5 seconden ontstaat de indruk van
een quasi continulicht. Met het instellicht kunnen de lichtverdeling en schaduw-
vorming reeds vóór de opname worden beoordeeld. Het instellicht wordt met de
ontspanknop voor handbediening ontstoken.
Het instellen
• Druk zo vaak op de toetscombinatie ‘Select’, dat in het display ‘ML’ knippert.
Stel met de toetsen ( + ) en ( - ) de gewenste instelling in.
• Bij de aanduiding ‘ML ON’ is de instellichtfunctie geactiveerd.
• Bij de aanduiding ‘ML OFF’ is de instellichtfunctie gedeactiveerd.
De instelling treedt onmiddellijk in werking. Na ong. 5 seconden houdt de aan-
duiding op te knipperen en wordt de instelling automatisch opgeslagen. Na het
activeren van de instellichtfunctie wordt in het display ‘ML’ aangegeven.
707 47 0151.A1 Inh. 48 AF-1Sony 26.11.2007 10:32 Uhr Seite 53