Besturingselementen
De
| Hoofdmenu | Submenu |
EXIT | Hiermee verlaat u het | Hiermee schakelt u |
| over naar het | |
|
| hoofdmenu met OSM- |
|
| besturingselementen. |
OPMERKING: schakelt het
KNOP | / | Hiermee verplaatst u de | Hiermee verplaatst u de | |
markeringsbalk naar links of | markeringsbalk naar links | |||
|
| |||
|
| naar rechts om een van de | of naar rechts om een van | |
|
| submenu's te selecteren. | de opties in het menu te | |
|
|
| selecteren. |
OPMERKING: wanneer het
KNOP | Hieraan is geen | Hiermee verplaatst u de |
| functie | markeringsbalk in de |
| toegewezen. | overeenkomstige richting |
|
| (– of +) om de instelling te |
|
| verhogen of te verlagen. |
OPMERKING: schakelt het
SELECT/SB MODE Hiermee activeert u | Hieraan is geen |
het submenu. | functie |
| toegewezen. |
Wanneer de OSM is uitgeschakeld, werkt dit besturingselement als de functietoets voor SuperBright (SB). Daarbij kunt u kiezen uit SB MODE OFF, SB MODE1 en SB MODE2. Wanneer u voor het eerst op deze knop drukt, verschijnt de huidige
Super Bright Mode OFF (Modus Extra helderheid
UIT): voor op tekst gebaseerde afbeeldingen (normaal
gebruik)
Super Bright
AAN): voor afbeeldingen
Super Bright
AAN): voor bewegende beelden zoals
RESET | Hiermee zet u voor alle | Hiermee zet u voor de |
| besturingselementen in het | geselecteerde optie de |
| geselecteerde menu de | fabrieksinstelling terug. |
| fabrieksinstellingen terug. |
|
OPMERKING: wanneer u in het hoofdmenu of een submenu op de knop RESET drukt, verschijnt op het scherm een waarschuwingsvenster waarin u de reset- functie kunt selecteren.
Grootte en positie
AutoAdjust (Automatische regeling): hiermee laat u de horizontale en verticale grootte en positie automatisch aanpassen aan de gebruikte signaaltiming.
OPMERKING: als er geen beeldsignaal is of als het ingangssignaal van het beeld beperkt is, is AutoAdjust (Automatische regeling) is niet beschikbaar.
Left/Right (Links/rechts): hiermee verplaatst u het beeld op het scherm horizontaal (naar links of naar rechts).
Down/Up (Omlaag/omhoog): hiermee verplaatst u het beeld verticaal op het scherm (omhoog of omlaag).
Narrow/Wide (Smal/breed): hiermee vergroot of verkleint u de breedte van het beeld (horizontaal).
Short/Tall (Kort/lang): hiermee vergroot of verkleint u de hoogte van het beeld (verticaal).
Kleurenbeheer(systeem)
Met de vijf standaardinstellingen voor kleuren (Color Presets 1 tot en met 5) kunt u de gewenste optie voor de kleuren kiezen. De balk wordt vervangen door de kleureninstelling (1, 2, 3, sRGB, 5) die u in dit menu kiest. Alle kleurenopties zijn in de fabriek vooraf ingesteld en stemmen overeen met de kleurentemperatuur in de vermelde graden Kelvin. Als u een instelling wijzigt, verandert de naam van de instelling van Kelvin in Custom (Aangepast).
OPMERKING: met sRGB kunt u niet alle kleuren aanpassen.
Red, Green, Blue (Rood, Groen, Blauw): met het kleurenbeheersysteem wijzigt u de monitorinstellingen voor de kleur rood, groen of blauw. Als u een kleur verandert, is dit onmiddellijk zichtbaar op het scherm. De instelling (lager of hoger) wordt door de balken aangegeven.
sRGB Mode
OPMERKING: in deze modus kunt u het kleurenbeheer, de helderheid en het contrast niet wijzigen.
Geometrische besturingselementen
Menu met geometrische besturingselementen
Met de
In/Out (pincushion) (Naar binnen/buiten - pincushion): hiermee maakt u de kromming van de zijkanten naar binnen of naar buiten groter of kleiner.
Left/Right (pincushion balance) (Naar links/rechts - pincushionbalans): hiermee maakt u de kromming van de zijkanten naar links of naar rechts groter of kleiner.
Tilt (parallelogram) (Kantelen - parallellogram): hiermee vergroot of verkleint u de helling van de zijkanten van het beeld naar links of naar rechts.
Helderheid/contrast
Brightness (Helderheid): hiermee stelt u de algemene helderheid van het beeld en de achtergrond op het scherm in.
Contrast (Contrast): hiermee stelt u de helderheid van het beeld ten opzichte van de achtergrond in.
Degauss (Demagnetiseren): met deze optie kunt u de opbouw van zwevende magnetische velden voorkomen. Magnetische velden kunnen een invloed uitoefenen op de correcte scanprocessen van de elektronenstralen en zo afwijkingen veroorzaken in de zuiverheid van de schermkleuren, beeldscherpte en
OPMERKING: na het gebruik van de functie Degauss (Demagnetiseren) moet u minstens 20 minuten wachten alvorens opnieuw te demagnetiseren.
Constant Brightness (Constante helderheid): hiermee kunt u de helderheid en schermkleurenniveaus consistent houden gedurende de normale levensduur van de monitor.
De functie Constant Brightness (Constante helderheid) is pas volledig operationeel nadat de monitor 30 minuten is opgewarmd.
Align (trapezoidal) (Uitlijnen - trapezevervorming): hiermee maakt u de onderkant van het beeld op het scherm groter of kleiner zodat deze met de bovenkant overeenkomt.
Rotate (raster rotation) (Roteren - rasterrotatie): hiermee draait u het volledige beeld rechtsom of linksom.
Corner Correction (Hoekcorrectie): hiermee past u de geometrie van
de hoeken van het beeldscherm aan: Top, Top Balance, Bottom or Bottom Balance (Bovenaan, Balans bovenaan, Onderaan of Balans onderaan).
08_Dutch | 2 | 08/05/2002, 15:35 |