Schakel de aandrijving naar de hulpstukken uit tijdens transport of als ze niet worden gebruikt.

Stop de motor en schakel de aandrijving naar het hulpstuk uit,

-voordat u tankt;

-voordat u de opvangzak verwijdert;

-voordat u de hoogte verstelt tenzij de hoogte vanuit de bestuurdersplaats kan worden ingesteld.

Minder gas tijdens het uitlopen van de motor, en als de motor met een afsluitklep is uitgerust, moet u de brand- stoftoevoer aan het einde van het maaien afsluiten.

IV. ONDERHOUD EN OPSLAG

Houd alle moeren, bouten en schroeven goed vastge- draaid zodat u er zeker van kunt zijn dat de machine in een veilige bedrijfsstaat verkeert.

Sla de machine nooit in een gebouw op, waar dampen een open vlam of vonk kunnen bereiken, terwijl zich benzine in de tank bevindt.

Laat de motor afkoelen voordat u hem in een besloten ruimte opbergt.

Beperk brandgevaar: houd de motor, geluiddemper, ac- curuimte en benzine-opslagruimte vrij van gras, bladeren of een overmaat aan smeervet.

Controleer de opvangzak vaak op slijtage of verwering.

Vervang versleten of beschadigde onderdelen om veil- igheidsredenen.

Als de brandstoftank afgetapt moet worden, moet dit buiten worden gedaan.

Op machines met meerdere messen dient u eraan te denken dat het draaien van één mes andere messen kan doen draaien.

Wanneer de machine moet worden geparkeerd, opge- slagen of alleen moet worden gelaten, moet de maai- inrichting neergelaten worden tenzij een mechanische vergrendeling wordt gebruikt.

WAARSCHUWING: Maak de bougiekabel altijd los, plaats hem waar hij de bougie niet kan raken teneinde onverhoeds starten te voorkomen tijdens het opstellen, vervoeren, afstellen of uitvoeren van reparaties.

Notified Body

SNCH

11, Route de Luxembourg L-5230 Sandweiler

TUV Rheinland No. 0499

 

 

 

P11577

 

 

 

8.84/6.59

 

 

*

 

 

 

 

0 - 6,7

 

 

 

77

 

 

 

38 - 102

 

 

 

190

2006/42/EC

 

 

EMC 2004/108/EC

 

ISO 3744

2000/14EC

LpA < 90 dBa

ISO 11094

2005/88/EC

LwA < 100 dBa

 

 

 

EN 1033

 

 

 

A (8) ≤ 2.5

Vibration

Lärmpegel

EN 1032

Vibration

Vibratie

A (8) ≤ 0.5

 

Vibración

Vibrazioni

 

Vibrering

Vibration

 

Vibrasjon

Tärinä

 

m/s2

02663

 

*As rated by the engine manufacturer

 

14

Page 14
Image 14
Partner Tech P11577 instruction manual IV. Onderhoud EN Opslag, 84/6.59, 190