Het aansluiten op het lichtnet en de bediening
De lichtnetaansluiting 9
Wij hebben het correcte netsnoer bij de RB- 1092 gedaan. Gebruik alleen dit snoer of een perfect equivalent. Gebruik NOOIT een verlengsnoer. U kunt een z.g. spanningsblok gebruiken, echter alleen als deze geschikt is voor de hoeveelheid stroom die de
Zorg dat de versterker uitgeschakeld staat wanneer u het bijgeleverde netsnoer op de versterker 9 en op het lichtnet aansluit.
Uw
Extra informatie: Mocht u ooit moeten verhuizen naar een land met een ander volt- age, dan is de versterker op dat andere voltage in te stellen. Doe deze operatie NIET zelf, maar laat hem verrichten door uw Rotel leverancier. Deze handelingen zijn voor een niet ingewijde niet geheel van gevaar ontbloot.
Als u van plan bent om langdurig van huis te zijn, adviseren wij u uw gehele beeld en geluidsinstallatie (dus ook de
De aan/uitschakelaar 1 met bijbehorende indicator 2
De aan/uitschakelaar vindt u op de voork- ant van de versterker onder de aanduiding “POWER”. Wanneer u de
36
De automatische aan/uit keuzeschakelaar 7
Er zijn twee manieren om de
•Met deze schakelaar in de uit (“OFF”) positie, kunt u de
•Met deze schakelaar in de aan “ON” positie, wordt de versterker automatisch aangeschakeld wanneer er een 12 volt signaal verschijnt op de 3.5mm “12 TRIG IN” aansluiting (8) van de
De “+12V Trigger” in- en uitgang 8
Op de 3.5mm plugaansluiting gemerkt “IN” moet u een schakelsignaal van +12 volts zetten om de versterker op afstand aan en uit te kunnen schakelen. Om deze functie te kunnen gebruiken moet de betreffende schakelaar 7 in de “ON” positie gezet worden. Deze functie werkt op zowel gelijk- als wisselspanning en mag variëren tussen 3 en 30 volts.
De 3.5mm aansluiting gemerkt “OUT” is om dit schakelsignaal door te kunnen sturen naar een ander component dat op dezelfde wijze aan/uitgeschakeld moet worden. Op deze aansluiting staat alleen een 12 volts signaal als ook op de aansluiting “IN” een 12 volts signaal staat.
De beveiligingsaanduidingen
3
De
Bovendien heeft de
Mocht deze alarmsituatie zich voordoen, dan stopt de versterker met het produceren van geluid en één of beide indicatoren bij “PROTECTION” 3 gaan branden.
Gebeurt dit schakel de versterker dan uit, laat hem gedurende enkele minuten afkoelen en probeer er ondertussen achter te komen wat de oorzaak van het probleem zou kunnen zijn en herstel de fout. Wanneer u nu de versterker weer aanzet, zal het beveiligingscircuit zichzelf herstellen en gaat de indicator weer uit.
In de meeste gevallen wordt het beveiligingscir- cuit geactiveerd door een foutieve aansluiting b.v. sluiting in de luidsprekerbedrading of slechte ventilatie bij een oververhitte situatie. Slechts in uitzonderlijke gevallen zal de im- pedantie (extreem laag) of de inductie (zeer hoog) van een luidspreker de oorzaak zijn van het ingrijpen van het beveiligingscircuit.
Het aansluiten van de ingangen 4
Zie figuur 2
De