Geavanceerde functies
Opname
Met dit product kan worden opgenomen op HDD's of externe apparaten.
Voor opname
Controleer het standaard opnameapparaat en de beschikbare opslagruimte in Apparaatbeheer. (Raadpleeg pagina 50 voor meer informatie over apparaatbeheer.)
Het huidige1.Druk op PROG (,/.) of op de cijfertoetsen om een
2.Druk op REC ().
Opname gestart 3 NOVA
3.Als u de lengte van de opname wilt aanpassen, drukt u op REC ( ) tijdens de opname.
4.Druk op de toetsen ▲▼ om de gewenste lengte te selecteren voor de opname en druk vervolgens op INVOEREN.
De opname tijdelijk onderbreken
1. | Druk op REC PAUSE ( | ) om een opname |
2. | te onderbreken. | ) of REC ( ) om |
Druk op REC PAUSE ( | ||
| de opname te hervatten. |
|
De opname beëindigen
1. Druk op STOPPEN ( ) om een opname te stoppen. Het bericht "Opname voltooid." wordt weergegeven.
2.Als u een ander
Wilt u opname XXXXX op kanaal
XXXXX stoppen?
JaNee
3.Druk op de toetsen ◄► om Ja te selecteren en druk vervolgens op INVOEREN om het opnemen te stoppen.
4.Tijdens dit proces hoeft u niet over te schakelen naar het
Weergavebesturing tijdens het opnemen
Tijdens het opnemen van een
1.Toetsen ZOEKEN ( ) : Hiermee zoekt u naar de gewenste scène.
) 1 ) 2 ) 3 ) 4 ) 5 ) 6 ) 7 ( 1 ( 2 ( 3 ( 4 ( 5 ( 6 ( 7
2.Toets OVERSLAAN ( ) : Hiermee gaat u terug naar het beginpunt van de opname.
3.Toets OVERSLAAN ( ) : Hiermee springt u naar dezelfde scène met live-tv.
4.Toets ◄ : Hiermee springt u naar - 20 sec. vanaf de huidige positie.
5.Toets ► : Hiermee springt u naar + 20 sec. vanaf de huidige positie.
6. | Toets PAUZE ( | ) : Hiermee onderbreekt u |
7. | de scène terwijl de opname blijft doorgaan. | |
Toets STOPPEN ( | ) : Als u de vorige scène | |
| aan het bekijken bent, springt het afspeelpunt | |
| naar dezelfde scène met | |
| scène bekijkt met | |
| gestopt. |
|
functies Geavanceerde 08
Nederlands 69