HDSO toets 2
De
I Z (uitwerpen) toets 5
De disc uitwerpen/het klepje openen.
J
CD:
Tracks overslaan (indrukken); tracks blijven overslaan (indrukken, vervolgens binnen 1 seconde nogmaals indrukken en vasthouden); een track snel
Radio:
Automatisch afstemmen op zenders (indrukken); handmatig zoeken naar zenders (ingedrukt houden).
K (voorpaneel ontgrendelen) toets 4
LSOURCE toets
Inschakelen; de bron wijzigen (Radio/CD/ MD*1/AUX).
MMODE toets 9, 13
De radioband (FM/MW/LW) selecteren/het apparaat selecteren*2.
NRESET toets (bevindt zich achter het voorpaneel) 4
OCijfertoetsen
CD/MD*1:
(1)/(2): GP*3/ALBM*4
(3): REP 8, 13
(4): SHUF 8, 13
(5): BBE MP*6 3
Als u de functie BBE MP wilt activeren, stelt u "BBE MP on" in. Stel "BBE MP off" in om de functie te annuleren.
(6): PAUSE*6
Afspelen onderbreken. Druk nogmaals op de toets om te annuleren.
Radio:
De opgeslagen zenders ontvangen (indrukken); zenders opslaan (ingedrukt houden).
PAF (alternatieve frequenties)/TA (verkeersinformatie) toets 10
AF en TA/TP in RDS instellen.
QSENS/BTM toets 9
Slechte ontvangst verbeteren: LOCAL/ MONO (indrukken); de
RPTY (programmatype) toets 10
PTY in RDS selecteren.
SDSPL (display) toets 8
De displayitems wijzigen.
TOntvanger voor de kaartafstandsbediening
UOFF toets
Het apparaat uitschakelen; de bron stoppen.
De volgende toetsen op de kaartafstandsbediening verschillen van de toetsen op het apparaat of hebben andere functies dan de toetsen op het apparaat.
ws < (.)/, (>) toetsen
CD/radio bedienen, heeft dezelfde functie als M>/.m op het apparaat.
wd VOL (volume) +/– toets
Het volume aanpassen.
wf M (+)/m
CD bedienen, heeft dezelfde functie als
(2)/(1) op het apparaat.
wg SCRL (scroll) toets 8
Het displayitem rollen.
wh Cijfertoetsen
De opgeslagen zenders ontvangen (indrukken); zenders opslaan (ingedrukt houden).
*1 Als een
*2 Als een
*3 Bij het afspelen van een ATRAC CD.
*4 Bij het afspelen van een
*6 Wanneer met dit apparaat wordt afgespeeld.
Opmerking
Als het apparaat wordt uitgeschakeld en het display verdwijnt, kan het apparaat niet worden bediend met de kaartafstandsbediening, tenzij op (SOURCE) op het apparaat wordt gedrukt of er een disc wordt geplaatst om het apparaat eerst te activeren.
Tip
Zie "De lithiumbatterij van de kaartafstandsbediening vervangen" op pagina 16 voor meer informatie over het vervangen van de batterij.
7