De lijnen die op het scherm verschijnen, zijn demperdraden. Zie pagina 16 voor meer informatie over demperdraden.
BEELDVERVORMINGWanneer het beeld op het scherm is vervormd, moet u de beeldgeometrie proberen te regelen. Beweeg de regeltoets ,om meteen naar het GEOMETRIE menu te gaan.
ONSCHERPHet beeld kan onscherp lijken wanneer de rode en blauwe kleursignalen niet goed samenvallen, waardoor er rode of blauwe schaduwen zichtbaar zijn rond letters en lijnen. Probeer die schaduwen dan te verwijderen door de beeldconvergentie te regelen. Beweeg de regeltoets , om meteen naar het CONVERGENTIE menu te gaan. Wanneer het CONVERGENTIE menu verschijnt, worden contrast, helderheid en moiré automatisch teruggesteld voor alle ingangssignalen.
VERKLEURINGWanneer de beeldkleuren op sommige plaatsen op het scherm abnormaal zijn, moet u eerst controleren of er geen signaalkabels loszitten. Probeer vervolgens het scherm handmatig te demagnetiseren. Beweeg de regeltoets , om meteen naar het
OPTIES menu te gaan en kies vervolgens (DEGAUSS).
Instellingen terugstellen
Deze monitor beschikt over drie terugstelmogelijkheden. Stel terug met behulp van de RESET toets.
RESET
Eén enkele instelling terugstellenKies de instelling die u wilt terugstellen met de regeltoets en druk op de RESET toets.
Alle instelgegevens voor het huidige ingangssignaal terugstellenDruk op de RESET toets wanneer er geen menu op het scherm staat.
Merk op dat de volgende zaken niet op deze manier worden teruggesteld:
•schermmenutaal (pagina 8)
•schermmenupositie (pagina 13)
•bedieningsvergrendeling (pagina 14)
Alle instelgegevens voor alle ingangssignalen terugstellenHou de RESET toets langer dan twee seconden ingedrukt.
Opmerking
De RESET toets werkt niet wanneer (TOETSEN SLOT) op AAN staat.
NL
15