Technische kenmerken
Voorinstel- en gebruikersmodes
Als de monitor een ingangssignaal ontvangt, wordt het automatisch afgestemd op één van de tien voorinstelmodes die zijn opgeslagen in het monitorgeheugen om een beeld van hoge kwaliteit in het midden van het scherm te bekomen. (Een lijst van voorinstelmodes vindt u in Appendix.) Bij ingangssignalen die niet overeenstemmen met één van de voorinstelmodes, zorgt de digitale
Storingzoeken
Raadpleeg dit hoofdstuk alvorens de hulp van een technicus in te roepen voor de oplossing van een probleem.
Als dunne lijnen verschijnen op het scherm (demperdraden)
De lijnen die u op uw scherm ziet, vooral bij een lichte achtergrondkleur (meestal wit), zijn normaal voor de Trinitron monitor en duiden niet op een storing. Dit zijn de schaduwen van de dempingsdraden die gebruikt worden om het apertuurrooster te stabiliseren. Het apertuurrooster is het fundamentele element dat een Trinitron beeldbuis onderscheidt van alle andere, doordat er meer licht bij het scherm kan komen, hetgeen resulteert in een contrastrijker, meer gedetailleerd beeld.
Demperdraden
Stroomspaarfunctie
Deze monitor beantwoordt aan de stroomspaarrichtlijnen van VESA, ENERGY STAR, en NUTEK. Als de monitor is aangesloten op een computer of grafische videokaart die compatibel zijn met DPMS (Display Power Management Signaling), wordt het stroomverbruik van de monitor automatisch in drie stappen verlaagd zoals hieronder getoond.
Werkingsstand | Stroomverbruik | 1 (aan/uit) |
|
| indicator |
|
|
|
normale werking | ≤ 140 W | groen |
|
|
|
1 standby | ≤ 15 W | afwisselend groen |
|
| en oranje |
|
|
|
2 suspend | ≤ 15 W | afwisselend groen |
(sleep)* |
| en oranje |
|
|
|
3 active off** | ≤ 3 W | oranje |
(deep sleep)* |
|
|
|
|
|
uit | 0 W | uit |
|
|
|
*“Sleep” en “deep sleep” zijn stroomspaarstanden bepaald door de Environmental Protection Agency.
**Wanneer uw computer in de stroomspaarstand staat, verschijnt MONITOR IS IN DE STROOMSPAARSTAND op het scherm wanneer u een toets op de monitor indrukt. Na enkele seconden schakelt de monitor dan weer over naar de stroomspaarstand.
Schermberichten
Als er geen beeld verschijnt op het scherm, verschijnt één van de volgende berichten op het scherm. Om het probleem op te lossen, zie “Storingen en oplossingen” op pagina 17.
INFORMATIE
BUITEN SCAN BEREIK
INGANG 1
1ToestandBUITEN SCAN BEREIKgeeft aan dat de monitor het ingangssignaal niet kan verwerken.
GEEN INPUT SIGNAALgeeft aan dat geen signaal wordt ingevoerd.
MONITOR IS IN DE STROOMSPAARSTAND geeft aan dat de computer zich in de stroomspaarstand bevindt. Dit bericht verschijnt alleen wanneer uw computer zich in de stroomspaarstand bevindt en u op een toets op de monitor drukt.
2Gekozen aansluitingDit bericht geeft aan welke aansluiting momenteel is gekozen (INGANG 1 of INGANG 2).
16