Als u een van de volgende problemen ondervindt bij de bediening van de tuner, kunt u deze lijst van kontrolepunten doorlopen om aan de hand hiervan het probleem te verhelpen. Mocht het probleem onopgelost blijven, neemt u dan a.u.b. kontakt op met uw dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Er klinkt geen geluid of de geluidssterkte blijft te gering.
/Kontroleer of de luidsprekers en audio/ videocomponenten goed zijn aangesloten.
/Kontroleer of op de tuner/versterker het juiste apparaat is gekozen.
/Kontroleer of de SPEAKERS toets in de juiste stand staat (zie blz. 12).
/Druk op MUTING of op de MUTING toets van de afstandsbediening als de MUTING indicator aangaat.
/Er is kortsluiting opgetreden, waardoor het beveiligingscircuit is ingeschakeld (de aanduiding “PROTECTOR” knippert). Schakel de tuner uit, los het probleem dat kortsluiting veroorzaakt op en schakel het apparaat dan weer in.
Geluid van links en rechts is verwisseld.
/Kontroleer of de luidsprekers en audio/
/Stel de BALANCE regelaar bij.
Er klinkt een hinderlijke bromtoon of andere storende achtergrondgeluiden.
/Kontroleer of de luidsprekers en audio/
/Houd de aansluitsnoeren uit de buurt van een transformator of motor en tenminste 3 meter van een
/Plaats de geluidsinstallatie niet te dicht in de buurt van een ingeschakelde TV.
/Sluit een aardedraad aan op de de antenne- aardaansluiting.
/De stekkers en aansluitbussen zijn vuil. Reinig de stekkers en aansluitbussen met een doekje, licht bevochtigd met wat alkohol.
De RDS werkt niet.
/Kontroleer of wel op een FM zender is afgestemd.
/Stem af op een beter doorkomende FM zender.
De gewenste aanduidingen of informatie verschijnen niet in het uitleesvenster.
/Neem kontakt op met de radiozender en informeer of deze wel of geen RDS signalen uitzendt. Het kan voorkomen dat de RDS dienstverlening tijdelijk buiten werking is.
De zender of de afgespeelde geluidsbron wordt door een andere zender onderbroken, of de tuner begint automatisch naar zenders te zoeken.
/De EON funktie is in werking getreden. Zorg dat de EON funktie is uitgeschakeld als u niet wilt dat de afgestemde zender of de geluidsbron wordt onderbroken.
De zendernaam verschijnt niet in het uitleesvenster.
/ Druk op de DISPLAY toets tot de
zendernaam verschijnt. |
|
Afstemmen op een bepaalde frekwentie lukt niet. |
|
/ Kontroleer of de antennes goed zijn |
|
aangesloten. Verstel zonodig de stand van de |
|
antennes en sluit een buitenantenne aan. |
|
/ Mogelijk is de signaalsterkte te gering om |
|
door de antenne van de tuner opgepikt te |
|
worden (bij gebruik van de automatische |
|
afstemming). Gebruik de direkte afstemming. |
|
/ Er zijn geen zenders in het afstemgeheugen |
|
vastgelegd, of de vooringestelde zenders zijn |
|
gewist (bij |
|
zenders in het geheugen vast (zie blz. 17). |
|
Uit de achterluidsprekers klinkt geen geluid of de |
|
geluidssterkte blijft te gering. |
|
/ Kies de CENTER MODE instelling die past bij |
|
uw |
|
/ Stel de geluidssterkte van de luidsprekers op |
|
het juiste nivo af (blz. 10). |
|
/ Let op dat de akoestiekfunktie is |
|
ingeschakeld en een instelling is gekozen. |
|
Er komt geen geluid uit de middenluidspreker. |
|
/ Kies de CENTER MODE instelling die past bij |
|
uw |
|
/ Stel de geluidssterkte van de luidsprekers op |
|
het juiste nivo af (blz. 10). |
|
Het geluid wordt niet met |
|
weergegeven. |
|
/ Kontroleer of de akoestiekfunktie wel is |
|
ingeschakeld. |
|
/ Zorg dat de voorluidsprekers zijn aangesloten |
|
op de SPEAKERS A luidspreker- |
|
aansluitingen. |
|
/ Zorg bij gebruik van twee paar |
|
voorluidsprekers dat de SPEAKERS A en B |
|
toetsen beide zijn ingedrukt. |
|
Er verschijnt geen beeld of een onduidelijk beeld op het |
|
| |
/ Kies de juiste funktie op de tuner/versterker. |
|
/ Zet uw TV verder weg van de |
|
audioapparatuur. |
|
Opnemen is niet mogelijk. |
|
/ Controleer of de apparatuur correct is |
|
aangesloten. |
|
/ U kunt geen geluid opnemen van een |
|
programmabron die is aangesloten op de |
|
5.1 CH/DVD aansluitingen. |
|
De afstandsbediening werkt niet. |
|
/ Richt de afstandsbediening recht op de |
|
afstandsbedieningssensor gvan de tuner/ |
|
versterker. |
|
/ Er bevindt zich een obstakel tussen het |
|
apparaat en de kop van de afstandsbediening. |
|
/ Vervang beide batterijen in de |
|
afstandsbediening door nieuwe. |
|
/ Kontroleer of u de juiste funktie voor |
|
bediening van het gewenste apparaat op de |
|
afstandsbediening heeft gekozen. | 27NL |
|